Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

De barmhartige Samaritaan

Dt 30, 10-14
Lc 10, 25-37

Deze zondag staat in het teken van de barmhartigheid. In het evangelie dat we vandaag hoorden vertelt Jezus de parabel van de Barmhartige Samaritaan.  Een belangrijk verhaal in dit Jubeljaar van de barmhartigheid.
Een wetgeleerde ondervraagt Jezus over de redding. Dat is een vraag die wij onszelf vaker zouden moeten stellen. Wij denken niet meer zo vaak na over onze redding of we denken dat het vanzelfsprekend is, terwijl dat niet zo is.
Hij vraagt: “Rabbi, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven?”  Deze vraag stelden ook anderen aan Jezus, denken we aan de rijke jongeling. Als Jezus antwoordt met het belangrijkste gebod van de liefde, probeert de wetgeleerde zich te rechtvaardigen: “Ja maar, wie is mijn naaste?”

Jezus antwoordt met een parabel, die van de Barmhartige Samaritaan, omdat Hij wil dat de vraagsteller het ten volle, zonder dubbelzinnigheden zou begrijpen.
Hij spreekt over een weg die van Jeruzalem naar Jericho gaat. Iedereen kende deze weg. Hij vertelt iets wat waarschijnlijk wel vaker gebeurde: een man, die deze gevaarlijke weg in zijn eentje had genomen, wordt beroofd, mishandeld en halfdood langs de kant van de weg achter gelaten. Deze man was alleen, maar in hem kunnen we vele anderen herkennen: mannen en vrouwen, kleine en grote mensen, jongeren en ouderen, die halfdood langs de kant van de wegen van deze wereld worden achtergelaten.

Maar er zijn ook de miljoenen vluchtelingen die hun land ontvluchten, de terdoodveroordeelden die alleen in hun cel zitten, hele volkeren zijn het slachtoffer van oorlog en worden aan de rand van de geschiedenis gelaten, alle mensen die sterven van honger of marteling, geweld of eenzaamheid.

Deze weg is lang. En er zijn helaas veel priesters en levieten die hun weg verderzetten zonder halt te houden, die oversteken en niet aan de kant van de armen blijven. Het evangelie merkt op dat deze twee langs “dezelfde weg” passeerden, om te zeggen dat deze halfdode man geen onbekende was en niet zo ver van hen af was dat ze hem niet hadden kunnen opmerken.

Ook wij kennen de armen, de televisie en de kranten spreken over hen, ze zijn niet ver. En toch gaan wij naar de overkant, zijn we enkel bezig met onze eigen zaken, maken we ons druk om kleine dingen…

De priester en de leviet zien enkel zichzelf graag. Het is te gemakkelijk om te denken dat ze naar de tempel moesten en dat ze zich dus “niet konden vuil maken” aan die gewonde man. Ze wisten wel dat er armen waren, en misschien hadden ze al eens een van de armen bij de tempel geholpen. Maar op die weg konden ze niet halt houden.
Bovendien, wie was die vreemdeling wel? Hij sprak misschien hun taal niet, het was tenslotte een vreemdeling. Bij het zien van die man komen er heel wat bedenkingen in hen op! En ze houden niet halt, want de bekommernis om zichzelf en de eigen veiligheid komt altijd eerst.

Wie enkel aan zijn eigen gevoelens denkt, heeft geen medelijden met de anderen. Wij weten zelf ook wel hoe moeilijk het is om mee te leven met de anderen! De priester en de leviet lieten zich niet raken, en zo bleef die halfdode man alleen achter.
Gelukkig kwam er een Samaritaan voorbij die medelijden had met deze halfdode man, van zijn paard kwam, naar de man ging, hem de eerste zorgen toediende en hem naar een herberg bracht. Vele christelijke generaties hebben in deze Samaritaan, die inging tegen de onverschilligheid van de wereld, Jezus zelf herkend, want zoals geschreven staat, verzorgde Hij vele noodlijdenden en had Hij medelijden met de vermoeide, afgetobde menigten, die waren als schapen zonder herder. Jezus is de medelijdende, inderdaad.

En aan de leerlingen van elke tijd, ons inbegrepen, laat Hij zijn medelijden als erfenis opdat ook wij op straat halt zouden houden bij al wie nood heeft aan redding. Hij heeft ons gedurende heel onze geschiedenis getoond waar er halfdode armen langs de kant van de weg liggen. Hij heeft ons geleerd halt te houden bij hen, Hij heeft onze ogen geopend zodat wij ons niet op onszelf zouden terugplooien.

Hij heeft zo vaak armen tot voor onze deur gebracht zodat wij hen zouden opnemen. Ja, de herberg uit het evangelie, waar de Heer die halfdode man heen brengt, is de gemeenschap van de leerlingen. Jezus vertrouwt ons, herbergiers, die halfdode, uitgeputte, gewonde man toe. En Hij blijft elke dag opnieuw herhalen: “Zorg voor hem!” En dat niet alleen. Hij geeft ons ook twee goudstukken. Ja, twee goudstukken van het medelijden van Jezus volstaan om de zwakken te helpen, te troosten en te genezen. En hij voegt er nog aan toe: “Als u nog meer kosten moet maken, zal ik ze u op mijn terugreis vergoeden”

Er is nood aan meer medelijden, Jezus zal het ons zelf blijven geven; wat telt, is om zelf altijd klaar te staan aan de deur, aandachtig voor de Samaritaan die aanklopt.
Dat is de zin van ons leven als christenen in de wereld: om die herberg uit het evangelie te zijn, een school van medelijden en liefde, die de armen en de zwakken opneemt.

De Heer vertrouwt ons deze mensen toe en behoedt ons zo voor het trieste lot van die priester en die leviet, kille en ongelukkige mensen. Hij maakt ons deelgenoot aan zijn liefde en het feest in de herberg. Het is het feest van de nederigen en de zwakken, die de Heer heeft samengebracht.

Op deze zondag komt de Barmhartige Samaritaan weer in ons midden; Hij keert terug als een meester van liefde, zodat iedereen zijn spoor zou leren volgen, zijn handen opent om de twee goudstukken te ontvangen en zijn hart opent om zijn medelijden te beleven.


Zo zal de uitnodiging van het evangelie nog sterker weerklinken: “Doe dan voortaan net als hij!”