Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Pinksteren

Hnd 2, 1-11
Joh 14, 15-22

Beste vrienden,
“Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen.”lezen we in de Handelingen van de apostelen. Vijftig dagen zijn voorbij gegaan na Pasen en 120 volgelingen van Jezus (de Twaalf en een groep leerlingen, samen met Maria en de andere vrouwen) zijn samen in de bovenzaal, zoals het ondertussen hun gewoonte geworden is.

Want vanaf Pasen zijn ze altijd blijven samenkomen om te bidden, om naar de Schrift te luisteren en te leven in broederlijkheid. Deze traditie is gestart bij de apostelen, de eerste leerlingen van Jezus en ze is nooit meer onderbroken en  verdergezet tot op de dag van vandaag.

Niet alleen in Jeruzalem, maar in veel andere steden van de wereld komen christenen samen “op dezelfde plaats” om naar het woord van God te luisteren, om zich te voeden met het brood van leven en om samen te leven in de nagedachtenis van de Heer.
Pinksteren is een beslissende dag voor de leerlingen: binnen en buiten de bovenzaal gebeurt iets bijzonders. De Handelingen van de Apostelen vertellen dat die morgen “plotseling uit de hemel een geraas kwam, alsof er een hevige wind opstak, en het vulde het huis waar zij waren”. Het is een soort aardbeving, die in heel Jeruzalem te horen is en die de aandacht van de mensen trekt.

Veel mensen komen dan ook voor de deur staan kijken om te ontdekken wat er aan de hand is. Het was immers onmiddellijk duidelijk dat het niet om een gewone aardbeving ging. Er was een grote schok geweest en toch staat alles nog overeind.
Buiten zijn de “schokken” die binnen gebeurd zijn, niet zichtbaar. Want in de bovenzaal beleven de leerlingen de ervaring van een echte aardbeving, en hoewel het eigenlijk om een innerlijke aardbeving gaat, zijn zij allen en heel hun omgeving er duidelijk bij betrokken.

“Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Zij raakten allen vol van Heilige Geest en ze begonnen te spreken in vreemde talen”. Het is voor de apostelen, de leerlingen en de vrouwen een ervaring die hun leven grondig zal veranderden.

Waarschijnlijk zullen ze zich herinnerd hebben wat Jezus hun gezegd had op de dag van zijn hemelvaart: “Jullie moeten in de stad blijven totdat je wordt toegerust met kracht van boven”. En Jezus had ook gezegd: “ Voor jullie eigen bestwil moet Ik weggaan; doe Ik dat niet, dan zal de helper niet komen”.

Met Pinksteren komt de helper, de Heilige Geest.  Deze gemeenschap heeft Pinksteren nodig, heeft nood aan deze gebeurtenis, aan het beven van de aarde dat zo grondig het hart van iedereen overhoop gehaald heeft. Want een krachtige energie omhult hen en een soort vuur begint hen in de diepte te verteren. Moed neemt de plaats in van de schrik, de onverschilligheid maakt plaats voor het medelijden, warmte doet de geslotenheid wegsmelten en de liefde zet het egoïsme aan de kant.

Het is het eerste Pinksteren. De Kerk begint haar weg te banen in de geschiedenis van de mensen, geleid door de kracht van de Heilige Geest. De innerlijke aardbeving, die het hart en het leven van de leerlingen veranderd heeft, moet ook iets teweegbrengen buiten de bovenzaal.

De deur, die 50 dagen vergrendeld was “uit schrik voor de joden”, vliegt eindelijk open en de leerlingen, die zich niet langer door zichzelf en hun eigen leven in beslag laten nemen, beginnen te spreken tot een talrijke menigte die toegestroomd is.
De lange en gedetailleerde lijst van volkeren die de auteur van de Handelingen maakt, toont aan dat heel de wereld voor die deur staat. De leerlingen spreken over Jezus en iedereen hoort hen in zijn eigen taal: “Wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God,” zeggen ze verbaasd.

Dit zouden we het tweede mirakel van Pinksteren kunnen noemen. Vanaf die dag begint de Geest van de Heer in de leerlingen te werken, hij doet hen anders worden, minder gericht op zichzelf, open op de andere mensen, klaar om te ontmoeten en het Woord van Jezus in de wereld te verspreiden.

Elke gemeenschap van gelovigen, alle leerlingen van Jezus hebben Pinksteren nodig.  Zonder Pinksteren zijn wij een klein groepje dat enkel naar zichzelf kijkt en na een tijdje ruzie begint te maken.  Zoals de toren van Babel in het oude testament. 
Het verhaal van de toren van Babel toont ons mensen die proberen een unieke stad op te bouwen die de hemel moet raken. Het is het werk van hun handen, het is de trots van alle bouwvakkers.  De mensen zijn arrogant, ze denken dat ze zelf God zijn.   Maar de hoogmoed die hen aanvankelijk verenigt, verwoest hen. Ze verstaan elkaar niet meer en ze verspreiden zich over de hele wereld.  Dat verhaal kunnen we lezen in het boek Genesis.  Het is een oud verhaal, maar het beschrijft het leven van alle volkeren van heel de wereld. Die volkeren zijn zo vaak verdeeld onder elkaar, leven in strijd en proberen te benadrukken wat hen verdeelt, meer dan wat hen verenigt. Ieder kijkt alleen maar naar zijn eigen belang, zonder te letten op het algemeen welzijn.
Pinksteren maakt een einde aan het Babel van mensen die met elkaar vechten. De Heilige Geest schenkt de leerlingen het begin van een nieuwe tijd, een tijd van gemeenschap en van broederlijkheid.

Met Pinksteren krijgen de leerlingen een belangrijke taak, zij moeten de woorden van Jezus, van God, in de wereld verspreiden, die boodschap van liefde voor iedereen, vooral voor de zwaksten. 

Het mirakel van de gemeenschap begint juist op Pinksteren, in de bovenzaal en voor de deur. En hier – tussen de bovenzaal en het marktplein van de wereld – begint de Kerk: de leerlingen zijn vol Heilige Geest en overwinnen hun angst en beginnen te prediken.

De hele wereld heeft nood aan deze boodschap van liefde. Pinksteren is het begin van de Kerk, maar ook het begin van een nieuwe wereld. De Heilige Geest is ook op ons neergedaald – zoals op Pinksteren – en nu is het aan ons om onze deuren te openen, om de deuren van ons hart te openen en om de liefde van God aan de wereld te verkondigen. Ook wij hebben de “tongen” van het evangelie en het “vuur” van de Geest gekregen, en terwijl we het evangelie aan de wereld geven, verwarmen we het hart van de volkeren die wij tot bij de Heer brengen.