Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

vijfde zondag van de vasten

Js 43, 16-21
Joh 8, 1-11

Beste vrienden,
Met deze vijfde zondag loopt de veertigdagentijd ten einde en staat de Goede Week voor de deur, een week waarin we het lijden, de dood en verrijzenis van Jezus herdenken.
Tijdens deze periode werden we meermaals aangespoord om ons te bekeren, en toch moet ieder van ons vaststellen dat hij nog zoveel op zichzelf is blijven lijken. We hebben misschien te weinig geluisterd naar het woord van God en het niet voldoende verankerd in ons hart en ons leven; we hebben ons weinig laten veranderen.

Want het is niet gemakkelijk om onze gewoontes te veranderen, om meer volgens het ritme van de Heer te leven en minder volgens ons eigen ritme.
De veertigdagentijd is een gunstige tijd om te veranderen, maar wij verstikken hem vaank onder onze bezigheden en bekommernissen. Zo blijft ieder van ons dezelfde.
Deze zondag brengt ons opnieuw tot bij Jezus. Wanneer wij voor Hem staan, kunnen wij ons niet voelen als die farizeeër die zichzelf de lof toezwaaide, want Hij is de Heer van de barmhartigheid, en geen veeleisende belastinginner.

Een nieuwe dag was aangebroken en het Evangelie volgens Johannes vertelt dat Jezus onderricht gaf in de tempel. Een grote menigte was naar hem komen luisteren. Plots ging de kring toehoorders open, een groep schriftgeleerden en farizeeën trad naar voren en ze brachten een vrouw die op overspel betrapt was bij Hem.

Ze gooiden haar in de kring, voor de voeten van Jezus en vroegen of ze de wet van Mozes al dan niet moesten toepassen. Deze wet schreef voor om "zulke vrouwen te stenigen” – de schriftgeleerden en farizeeën verwijzen naar wat voorgeschreven is in Leviticus 20, 10 en in Deuteronomium 22, 22-24, teksten die de dood voorschrijven voor overspel.
Eigenlijk is het hen niet te doen om de wet en zijn ze nog veel minder begaan met het lot van deze vrouw. Ze willen de jonge profeet uit Nazaret in de val lokken zodat alle mensen die daar waren slecht zouden beginnen denken over Jezus. 

Als Hij de vrouw veroordeelt, zo denken ze, gaat Hij in tegen de barmhartigheid waar Hij steeds de mond van vol heeft; als Hij haar vergeeft, leeft Hij de wet niet na. Jezus kan dus geen kant op. Elk antwoord dat hij geeft, is fout….

"Maar Jezus bukte zich om met zijn vinger op de grond te schrijven." Een eigenaardige houding: Jezus zwijgt, zoals tijdens zijn lijden, als Hij voor Pilatus en Herodes staat.
De Heer van het woord, de man die zijn leven lang gepredikt had en dit zelfs met zijn leven zou bekopen, zwijgt. Hij bukt zich en schrijft in het stof. We weten niet wat Jezus schrijft en wat Hij op dat moment denkt; we kunnen ons voorstellen hoe geïrriteerd de farizeeën wel niet zijn en hoe deze vrouw misschien stilletjes hoopt dat haar lot in de handen van deze man komt te liggen, ook al zegt Hij geen woord en lijkt Hij niet te reageren.

Op aandringen van de farizeeën kijkt Jezus op en verduidelijkt zijn standpunt: “Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen”. En weer bukt Hij zich om op de grond te schrijven. Dit antwoord ontwapent iedereen. Toen ze dat hoorden, “gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst en ze lieten hem alleen,” merkt de evangelist scherpzinnig op. Jezus blijft alleen achter met de vrouw. Ze staan tegenover elkaar, de ellende en de barmhartigheid.

Nu begint Jezus weer te spreken, zoals gewoonlijk op zijn eigen toon, vurig, teder, streng. Hij richt zijn hoofd op en vraagt aan de vrouw: "Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld?" En zij: “Nee Heer, niemand”.

Het woord van Jezus krijgt grote diepgang, is helemaal niet onverschillig, maar vervuld van medelijden. Het is een goed woord, zoals enkel de Heer goed is: “Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer”.

Jezus was de enige die een steen had mogen gooien om haar te stenigen; Hij was de enige rechtvaardige. Maar Hij neemt haar bij de hand en trekt haar recht; Hij richt haar weer op uit haar ellendige situatie: Hij is niet gekomen om te oordelen en zeker niet om iemand ter dood te veroordelen door steniging;Jezus is gekomen om te spreken en om armen en zondaars tot nieuw leven te wekken. Hij richt zich tot de vrouw: "Ga nu maar," als om te zeggen: keer terug tot het leven, neem uw weg weer op.

En Hij voegt er aan toe: "en zondig voortaan niet meer", of: ga nu de weg op die Ik je getoond heb: de weg van het medelijden en van de vergeving. Op die weg brengt de Heer van zondag tot zondag de mensen die dichter bij Hem komen.

Laten ook wij op deze weg van vergeving en medelijden gaan en laten wij zoals Jezus niet oordelen over de anderen.