Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Jezus opgedragen in de tempel

Maleachi 3, 1-4
Lc 2, 22-40

Vandaag vieren alle christelijke Kerken het feest van de Opdracht van Jezus in de tempel. Het evangelie volgens Lucas sluit aan bij de wet van Mozes, die voorschrijft dat een moeder haar eerstgeborene veertig dagen na zijn geboorte moet opdragen in de tempel. 

Daar moet ze een offer aan de Heer opdragen voor zijn reiniging: een lam of twee duiven. De toewijding van de eerstgeborene aan God herinnert het volk van Israël eraan dat God Heer is over het leven en over de hele schepping. 

Maria en Jozef zijn gehoorzaam aan die wet van Mozes en doen dus alles wat is voorgeschreven.  Ze brengen Jezus naar de tempel om Hem toe te wijden aan de Heer. 

Omdat ze arm zijn, kunnen ze geen lam kopen voor het offer, en offeren daarom een paar duiven: maar in feite schenken ze het "ware Lam" voor de redding van de wereld.

Het feest van Jezus’ opdracht in de tempel is een van de weinige feesten die de Kerken van Oost en West samen vieren. Zowel de katholieke, de protestantse als de orthodoxe kerken dus.  

Het wordt al in de eerste eeuwen in Jeruzalem vermeld als de "plechtige ontmoeting". Een processie door de straten van de stad herinnerde aan de reis van de heilige Familie van Betlehem naar Jeruzalem met de pasgeboren Jezus. 

Tot op vandaag voorziet de heilige liturgie in de processie, waarbij vanaf de tiende eeuw een zegening van kaarsen is toegevoegd, die aan dit feest zijn populaire naam "Lichtmis" bezorgde. 

Het licht dat wordt toevertrouwd aan onze handen, verbindt ons niet alleen met Maria en Jozef, die opgaan naar de tempel, maar ook met Simeon en Hanna, die het kind ontvingen als het “licht dat schijnt voor de volken”.

Simeon was een rechtvaardig en godvrezend man, die al heel zijn leven uitkeek naar de redder van Israël.  Hij voelt de warmte van het vuur dat hij weldra zal ontvangen: “Door de Geest geleid ging hij naar de tempel, […] nam hij Hem in zijn armen en loofde God”. 

Zoals tevoren Maria en Jozef, neemt ook Simeon het kind bij zich en wordt hij vervuld van een grenzeloze troost, zodat uit zijn hart een van de mooiste gebeden uit de Bijbel opwelt: “Nu, Meester, laat U, zoals U gezegd hebt, uw knecht in vrede gaan; want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat U ten aanschouwen van alle volken hebt toebereid, een licht dat een openbaring zal zijn voor de heidenen en een glorie voor uw volk Israël” (Lc 2, 29-32).

Simeon was oud, zoals ook de profetes Hanna – het evangelie vermeldt haar leeftijd: ze is vierentachtig. Zij vertegenwoordigen beiden heel het Israël van God en de hele mensheid die de “verlossing” verwachten, maar vandaag zien we in hen ook alle mensen van gevorderde leeftijd, alle ouderen. 


Simeon en Hanna zijn het voorbeeld van een goede oude dag. Het is steeds makkelijker om in onze samenleving oude mensen te vinden die met droefheid en berusting denken aan hun toekomst, met als enige troost de herinnering aan een voorbije jeugd. 

Het evangelie van vandaag lijkt hardop zeggen – en terecht moet het uitgeschreeuwd worden in onze samenleving, die bijzonder wreed is voor de ouderen – dat de tijd van de ouderdom geen ramp is maar juist een mooie tijd omdat het een tijd van wijsheid en van ervaring is.

Simeon en Hanna vertellen aan iedereen: “Het is mooi om oud te zijn! Ja, de ouderdom kan ten volle met vreugde beleefd worden”. Dit lied van hen is ondenkbaar en onbegrijpelijk in een maatschappij waar alleen kracht en rijkdom tellen. 


Vandaag komen Simeon en Anna ons tegemoet: zij zijn het die het evangelie, het goede nieuws, aan de hele samenleving aankondigen. 

Ze sluiten hun ogen niet voor hun zwakheid, voor het afnemen van hun krachten. 

In dat kind vonden ze nieuw gezelschap, nieuwe energie, een nieuwe zin voor hun eigen oude dag. 

Nadat hij het kind in zijn armen heeft genomen, kan Simeon het Nunc dimittis zingen. Hij doet het niet met het verdriet van iemand zijn leven heeft verloren en niet weet wat hem te gebeuren staat. Hij is op weg naar het afscheid van het aardse leven. 

De oude Hanna ontvangt uit die ontmoeting nieuwe energie en nieuwe kracht om “God te loven en te spreken over de jongen" aan al wie ze ontmoet. 

Zelfs in haar oude dag krijgt zij een nieuwe roeping. Simeon en Hanna zijn echte voorbeelden voor alle gelovigen en in het bijzonder voor degenen die gevorderd zijn in jaren. Ze geven blijk van een spirituele manier om het laatste deel van het leven te beleven. Voor hen was dat het belangrijkste deel. En zo kan het ook zijn voor veel ouderen vandaag.

Simeon en Hanna leren ons om respect en liefde te voelen voor wie oud is.  Om te helpen om de eenzaamheid van de ouderen te verlichten en om samen met hen Jezus in ons midden te ontvangen als licht voor ons leven.