Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Feest van de doop van Jezus

Js 40, 1-5.9-11;
Lc 3, 15-16.21-22

Vandaag gedenken we de Doop van Jezus. Het is de derde keer dat Jezus verschijnt in het evangelie.  Eerst aan de herders in de kerstnacht en aan de wijzen op de Epifanie.  Dat feest noemen wij ook Driekoningen en hebben we deze week gevierd.

Vandaag worden ook wij naar de oevers van de Jordaan geleid, waar Johannes de bekering van hart predikte en een doopsel van boete en bekering toediende. Veel mensen kwamen naar hem om zich te laten dopen, om hun hart te vernieuwen en om een nieuwe wereld te verwachten. Ze verlieten hun huis, hun vertrouwde plaatsen en zetten zich op weg naar die ruwe en verlaten plek, ver van Jeruzalem.

De mensen geloofden dat de Heer precies daar – waar het oude volk van Israël de Jordaan was overgestoken om het beloofde land binnen te trekken – opnieuw zijn bevrijdende kracht aan het volk zou openbaren.
De evangelist Lucas merkt op dat heel het volk “in gespannen verwachting leefde”. Velen keken uit naar een nieuwe tijd van vrede en voorspoed.  De mensen wachtten op een Redder die het volk Israël zou bevrijden uit de bedroevende toestand waarin het zich bevond. Om die reden gingen velen naar die plek, traden buiten hun gangbare gewoonten en gingen daarheen waar een woord klonk dat het hart raakte en openstelde voor een nieuwe hoop.

Ook Jezus verliet Nazaret om naar die plek te gaan en samen met de massa de openbaring van Gods macht te verwachten.
Wellicht begreep men beter, daar op die oever van de Jordaan in de nabijheid van die strenge profeet, de woorden van de profeten en in het bijzonder het woord van Jesaja die de komst van de Heer had aangekondigd.

De Heer zelf zou het volk Israël op de weg van de bevrijding leiden. Aan het begin van die teksten lezen we: “Spreek tot het hart van Jeruzalem en roep het toe dat zijn diensttijd voorbij is, dat zijn schuld is voldaan”. En Johannes de Doper scheen werkelijk die profeet te zijn over wie Jesaja spreekt, iemand die “in de woestijn” tot het hart van het volk sprak, zodat de weg voor de Heer kon worden bereid. Lucas merkt op “allen zich afvroegen of Johannes niet de messias was”. De bewoners van Jeruzalem en omliggende streken hadden nood aan een woord dat hen hielp hopen. Daarom gingen ze naar hem toe.

Het evangelie van de Doop van de Heer wil ons wakker schudden zodat we stoppen met alleen maar naar onszelf te kijken, dat we niet langer altijd de eerste en de beste willen zijn, want dat maakt ons eenzaam.

Jezus bewoog zich die dag tussen het volk dat zich aan de oever van de stroom verdrong, Hij ging in de rij staan zoals de anderen, wachtte tot het zijn beurt was om het doopsel van boetvaardigheid te ontvangen. Niemand besefte wie die jonge man uit Nazaret was.

Johannes, die een hart had dat verfijnd was door het gebed en ogen die geoefend waren door de Schrift, voelde aan, zodra hij Hem zag, dat Hij de gezondene van God was, en dat hij niet waardig was de riem van zijn sandalen los te maken. Volgens het verhaal van Matteüs vond Johannes het bespottelijk en wilde Hem niet dopen. Maar hij moest onder druk van Jezus toegeven.

Nogmaals toont Jezus zich in nederigheid. Op Kerstmis hebben zowel de herders als de wijzen Hem als kind gezien, klein, weerloos, neergelegd in een kribbe. Welnu, die armoede en die zwakheid zijn in de volwassen Jezus niet verdwenen. De nederigheid van het kind is niet verdwenen door zijn groei in jaren.

Lucas verklaart de reden hiervoor: in Nazaret groeide Jezus zeker in jaren, maar ook in wijsheid en welgevalligheid, in het luisteren naar het Woord en in gehoorzaamheid aan de Vader. Hij groeide heel anders op dan wij, die over het algemeen naarmate we groeien in jaren, ons sterker en onafhankelijker voelen, beheerders van ons leven.

Jezus gaat in de rij staan om zich te laten dopen. Want zo is het, niemand kan zichzelf dopen, niemand kan zichzelf de Geest en de genade schenken. We zouden kunnen zeggen dat Jezus het door zijn nederigheid als Zoon mogelijk heeft gemaakt dat de Geest op Hem neerdaalde en volledig bezit nam van zijn hart en van zijn geest.

De evangelist vertelt dat, terwijl Jezus in gebed verzonken zich in het water onderdompelde, zodat Hij als het ware voor de omstanders uit het zicht verdween, de hemel openging.

En de Vader antwoordde Hem: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind”. De trieste hemel van de mensen ging open en het nieuwe en grote plan van Gods liefde voor alle mensen verscheen.

Ook voor Jezus begint een nieuwe tijd. In de paralleltekst van Matteüs staat geschreven dat Jezus onmiddellijk na de doop in de Jordaan “door de Geest naar de woestijn werd gebracht”. Hij ging niet op eigen initiatief naar de woestijn, als was het zijn plan; neen, “Hij werd door de Geest gebracht”.

Op dit feest van de Doop van Jezus worden ook wij uitgenodigd om ons onder te dompelen in het liefdesplan van Jezus. Het is zijn liefde, niet de onze. En deze liefde bevrijdt ons van onszelf en van onze kleine geest.

De Kerk, net zoals de Doper, nodigt ons hier en overal ter wereld uit en helpt ons om ons onder te dompelen in de nieuwe geschiedenis die door Jezus werd ingezet. Laten ook wij ons, zoals Jezus, door de Geest voeren en zijn leerlingen blijven.


Laten wij ook bidden voor alle leerlinge van Jezus, zeker voor hen die in moeilijke omstandigheden leven.