Js 62, 1-5
Joh 2, 1-12
De liturgie van deze zondag
blijft het mysterie van de openbaring van de Heer verder uitdiepen, die we van
Kerstmis tot het feest van de openbaring vierden.
We kunnen zeggen dat we
eigenlijk elke zondag het mysterie van de openbaring van de Heer vieren: in de
heilige eucharistische liturgie toont Hij zich aan ons, met de trekken van de
Verrezene, Hij die kwaad en dood overwon, die de eenzaamheid in gemeenschap
heeft veranderd en verdriet in vreugde.
Elke zondag is Pasen, het
ogenblik van de hoogste openbaring van de Heer. En op de zondag, de dag van de Heer
worden we weggehaald uit ons huis en achter onze dagelijkse bezigheden vandaan
en worden we toegelaten tot de aanwezigheid van God, om te luisteren naar zijn
woord, om ons gebed tot Hem te richten, om te proeven van de zoetheid van zijn
tafel.
Zo gebeurt opnieuw wat is
gebeurd in Kana in Galilea. Ook de tijdsaanduiding van het gebeuren – het vond
plaats aan het einde van de week – helpt ons de eucharistische betekenis
verstaan van het wonder in Kana.
De evangelist herinnert eraan
dat Jezus in de dagen voordien bij Johannes de Doper aan de Jordaan was. Op de
vierde dag had Hij de eerste leerlingen geroepen en juist op de zevende ging
Hij naar Kana om een bruiloft bij te wonen.
Door te schrijven dat "de
bruiloft “op de derde dag” plaatsvindt, legt de evangelist een verband tussen
het einde van de week en Pasen, aan het begin van een nieuwe schepping.
Het teken in Kana wijst dus
verder dan de herinnering aan een bruiloft. Wat in Kana gebeurt, verbindt de
rust van de schepping met het begin van de nieuwe tijd van de verrezen Heer.
Kana is het feest van de
verandering, de dag van de wedergeboorte, de dag van vreugde om bij de Heer te
zijn. Het is de zondag, de dag van ons feest, de dag waarop we verzameld worden
en "een schitterende kroon in de hand van de Heer, een koninklijk diadeem
in de hand van uw God” worden Men noemt u niet langer ‘Verstotene’, en uw land
niet langer ‘Verlatene’, maar u zult heten: ‘Mijn Welbehagen’, en uw land:
‘Gehuwde’. Want de Heer heeft welbehagen in u en uw land wordt gehuwd"
De zondag is de dag waarop de
Heer ons bij de hand neemt zoals de bruidegom de bruid op de bruiloft bij de
hand houdt.
Het evangeliegedeelte over
Kana is er misschien een dat we het best kennen. Allen herinneren we ons Jezus'
moeder, de enige die zich realiseert dat de wijn opraakt.
Zij is niet bekommerd om hoe
ze eruit ziet, maar ze kijkt met haar ogen en haar hart, en ze is bezorgd of
iedereen gelukkig is, of het feest niet zou verstoord wordt. De zorg voor die
jonge mensen brengt haar ertoe haar Zoon aan te spreken om tussenbeide te
komen. “Ze zitten zonder wijn”.
Maria is van mening dat het
ook haar feest is, dat haar vreugde die van de twee jonge pasgetrouwden is. De
diepere betekenis van de woorden van Maria is zelfs persoonlijker dan op het
eerste gezicht lijkt. Ze zegt eigenlijk: "Wij zitten zonder wijn”. Het is
een houding die we ons elke dag moeten eigen maken ten aanzien van zoveel
mensen die nood hebben aan hulp, medelijden, vergeving, aan vriendschap en
solidariteit.
Wanneer zullen al deze mensen
ook het wonder van Kana kunnen zien? Wanneer zal de Heer voor hen het
"teken" doen dat toen het feest in Kana redde? Ook vandaag is er nood
aan de tekenen van de Heer, die een krachtige verandering teweeg brengen.
In Kana wijst Maria aan de
knechten de weg: “Wat Hij u ook beveelt, doe het maar”. Het is de eenvoudige
weg van het luisteren naar het evangelie die Maria ook aan ons, arbeiders van
het laatste uur, wijst. Het is een weg die we allemaal kunnen bewandelen. De
christen is iemand die gehoorzaamt aan het evangelie, zoals die arbeiders.
En de Kerk, in navolging van
Maria, houdt niet op te herhalen: “Wat Hij u ook beveelt, doe het maar”. Vanuit
de gehoorzaamheid aan het evangelie beginnen de tekenen van de Heer, zijn
wonderen onder de mensen.
Het bevel dat de knechten van
Jezus krijgen, is ook vreemd: “Doe die bakken vol water”. Het is een eenvoudige
uitnodiging, zo eenvoudig dat de neiging bestaat om het niet te doen: wat heeft
water in bakken met wijn te maken? Ze begrijpen niet ten volle de betekenis van
die woorden, en toch gehoorzamen ze. Het gebeurt ook ons vaak dat we niet ten
volle de betekenis van evangelische woorden verstaan. Wat telt, is
gehoorzaamheid aan de Heer. Het wonder doet Híj.
Na het vullen van de zes
waterbakken worden de knechten uitgenodigd om wat ze eruit scheppen aan tafel
te brengen. Ook dit bevel lijkt vreemd. Maar nogmaals gehoorzamen ze. En het
feest is gered.
Meer, men kan zeggen dat het op
de beste manier eindigt, zoals de tafelmeester erkent: “Iedereen schenkt toch
eerste de beste wijn, en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is. Maar u
hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!”. Zo begon Jezus zijn wonderen in
Kana in Galilea, merkt de evangelist op. We hebben onze zondagen vergeleken met
die dag te Kana, en we kunnen de zes stenen bakken met de zes dagen van de week
vergelijken. Laten we ze, zoals de knechten, vullen met het woord van het
evangelie, laat dat woord onze dagen verlichten, ze zullen zoeter en mooier
zijn.
Kana kan werkelijk het feest
van de zondag zijn, die ons door de gave van het evangelie in staat stelt om de
goede wijn van de Heer voor heel de week te bewaren.