Sir 3, 2-6 + 12-14
Lc 2, 41-52
We zijn nog maar enkele dagen na Kerstmis en de liturgie voert
ons al naar Nazareth om ons met dat bijzondere gezin kennis te laten maken. Met
dit feest van de heilige familie wil de Kerk benadrukken dat ook Jezus een
gezin nodig had, om zo omringd te worden door de liefde van een vader en een
moeder. Ook al besteden de evangelies weinig ruimte aan het gezinsleven van
Jezus en vertellen ze slechts enkele gebeurtenissen, toch heeft het gezinsleven
gedurende dertig jaar het leven van Jezus gekenmerkt. De laatste zinnen van het
evangeliefragment van deze zondag zijn dan ook betekenisvol: ”Hij ging met hen mee naar Nazareth, en
schikte zich naar hen. Zijn moeder bewaarde alles in haar hart. Jezus werd een
wijs en volwassen man, die steeds meer in de gunst kwam bij God en de mensen”
Dit zijn maar weinig woorden om de dertig jaar van het
“verborgen leven” van Jezus in Nazareth weer te geven. Bij ons komt dan onmiddellijk
de vraag in ons hoofd: waarom heeft Jezus zo lange tijd verborgen geleefd? Had
Hij die jaren, of althans een gedeelte ervan, niet op meer vruchtbare wijze
kunnen besteden door het evangelie te verkondigen, zieken te genezen, kortom
door zoveel mogelijk te helpen wie in nood was?
Maar dan lezen we in het evangelie volgens Marcus “Jouw
gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van mensen” Jezus is opgegroeid in
een familie, tussen de mensen. De
woorden van Paulus kunnen we daardoor beter verstaan: “Hij is aan de mensen
gelijk geworden”. Ja, Jezus heeft, zoals iedereen, in een gezin geleefd, als
het ware om duidelijk te maken dat de verlossing niet vreemd is aan het gewone
leven van mensen
Uit het evangelie leren we dat het leven in Nazareth
gekenmerkt was door het gewone: geen wonderen, geen genezingen, geen
overgeleverde verkondiging, geen samentroepen van de massa’s: alles verloopt
“normaal” volgens de gewoonten van een vroom joods gezin. En toch laat het
feest van deze dag verstaan dat die jaren ook heilig waren.
Het gezin van Jezus was een gewoon gezin van mensen die
leefden van de arbeid van hun eigen handen, niet arm en niet rijk, misschien
enigszins onzeker. Ongetwijfeld leefden ze voorbeeldig en hielden ze van
elkaar, ook al zullen misverstanden, verwijten en ook terechtwijzingen
waarschijnlijk niet ontbroken hebben, zoals we kunnen afleiden uit het verhaal
van de opgroeiende Jezus in de tempel.
Want toen begrepen Jozef en Maria niet wat Jezus deed. Ze
wezen Hem zelfs terecht. Jozef en Maria onderhielden zeker de godsdienstige
traditie van Israƫl en voelden zich dus verantwoordelijk voor de opvoeding van
Jezus.
Ze hebben zeker hem de gebeden geleerd die ze ’s morgens en
’s avonds uitspraken, ze keken er zeker op toe dat Jezus als jongvolwassene de
eerste godsdienstige en burgerlijke verplichtingen van de joden nakwam en hoe
Hij als jonge arbeider samen met Jozef werkte.
Maria en Jozef hadden die zoon onthaald, beschermden Hem en
zagen Hem in hun midden, beter gezegd in hun hart, opgroeien en Hij deed op
gelijke wijze hun liefde en begrip toenemen. Ziedaar de reden waarom het gezin
van Nazareth heilig is: omdat Jezus het centrum was. De angst die ze kenden
toen ze de twaalfjarige Jezus niet meer terugvonden, zou onze angst moeten zijn
wanneer we ver van Hem verwijderd zijn.
Het overkomt ons soms dat we meer dan drie dagen niet aan
de Heer denken, het evangelie niet lezen, de behoefte aan zijn vriendschap niet
ervaren. Maria en Jozef spoedden zich en vonden Hem, niet bij familieleden of
bekenden – het is moeilijk Hem daar te vinden – maar in de tempel, bij de Schriftgeleerden.
Ook wij vinden Jezus in deze viering. Hij spreekt ook tot
ons.. De belangrijkste les die Hij ons leert, is dat we allen kinderen van God
zijn. Als kindje zegt Hij dat al, vanaf de eerste bladzijden van het evangelie
en Hij herhaalt het aan het einde, van op het kruis, als Hij zich als een zoon
volledig toevertrouwt aan de Vader. De evangelist merkt op dat Jezus in Nazareth
met de jaren “een wijs en volwassen man werd, die steeds meer in de gunst kwam
bij God en de mensen”. Ook wij moeten groeien in kennis en liefde voor Jezus. Nazareth,
dorp in de periferie van Galilea en plaats van het gewone leven van de heilige
familie, verbeeldt daarom het gehele leven van de leerling die de Heer in het
eigen hart en in het eigen leven onthaalt, beschermt en doet groeien. Het is
dus geen toeval dat het woord Nazareth betekent: “die beschermt”. Nazareth, dat
is Maria, die “alles in haar hart bewaarde”. Nazareth is de roeping van elke
leerling, ook al blijft de wereld zeggen: ”Nazareth? Kan daar iets goeds
vandaan komen?”
Bidden wij dan dat we het Woord van Jezus meer mogen laten
groeien in ons hart, zodat wij betere leerlingen van Hem worden en meer in
staat om de anderen graag te zien.