Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

de rijke jongeling

Wijsheid 7, 7-11
Mc 10, 17-30

Beste vrienden,

Het evangelie zegt dat Jezus zich op weg begaf.  We weten dat Jezus op weg is naar Jeruzalem.  Het nodigt ons uit om ook op weg te gaan, een spirituele weg, week na week, om te groeien in geloof en ons hart te laten raken door de woorden van Jezus.

En vandaag spreekt Jezus tegen iemand die hem vraagt hoe hij zijn deel kan krijgen van het eeuwig leven.  Eigenlijk vraagt deze man hoe hij gelukkig kan worden.  In een ander evangelie wordt deze man ‘de rijke jongeling’ genoemd, want hij had blijkbaar veel bezittingen. 

Jezus oordeelt niet over deze jongeman.  Hij praat met hem, hij antwoordt op de vraag.  De eerste belangrijke stap die de man zet, is dat hij tot bij Jezus komt met zijn vraag.  Dat is al een grote stap, het betekent dat de man begrijpt dat hij om geluk te vinden, het niet bij zichzelf moet zoeken maar bij Jezus.

Een tweede belangrijke stap is dat hij knielt.  Knielen betekent je nederig maken, beseffen dat de andere belangrijker is dan jezelf.  En dan zegt de man tegen Jezus: Goede Meester.  Het lijkt wel of hij bij Jezus goed wil staan, of hij hem wil tonen dat hij Jezus belangrijk vindt.

Maar Jezus verbetert hem meteen: niemand is goed, alleen God.  Jezus wil niet dat mensen hem alleen roemen en eren met woorden, terwijl er in hun hart geen liefde is.  En Jezus legt de man dan uit dat hij de geboden moet onderhouden, zoals de joden die voorgeschreven kregen van Mozes.

De man denkt waarschijnlijk dat hij dus goed bezig is, want al die geboden onderhoudt hij al sinds hij klein was.

Maar voor Jezus zijn de geboden op zich niet het belangrijkste.  Hij gaat een stap verder en zegt tegen de man:  Aan één ding ontbreekt het u nog: ga verkopen wat u hebt en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen.’

Ga verkopen wat u heeft.  Dat wil zeggen: doe de dingen weg die je enkel voor jezelf doen leven.  Zorg ervoor dat je hart vrij is van al die dingen, zodat er ruimte komt voor de vriendschap voor de anderen, voor de armen en de zwakken.  En dan zegt Jezus nog iets belangrijks: Kom dan terug om mij te volgen.  Met andere woorden, kom terug, dicht bij Jezus en blijf je hart telkens opnieuw weer laten kneden door de woorden van Jezus.

Jezus weet goed dat wij maar zwakken mensen zijn, die alles niet in één keer begrijpen.  Hij weet dat wij tijd nodig hebben om te veranderen, een bekering gebeurt niet in één keer zoals bij toverslag. 

En wat doet de man?  Hij verstrakte bij dat woord en ging verdrietig weg, want het was iemand met veel bezit.  De man gaat verdrietig weg, omdat hij veel bezittingen had.  Maar de man is niet de enige die verdrietig is.  Jezus zelf is ook verdrietig als iemand zich van hem wegkeert.  Want Jezus weet dat deze man niet écht gelukkig zal zijn als hij alleen maar voor zichzelf blijft leven. 

Maar wij vragen ons samen met deze rijke jongeman af: vraagt Jezus niet teveel van ons?  Verkopen wat je bezit?  Alles achterlaten en hem volgen?  Is dat niet wat te streng, te veel, overdreven?  Kan Jezus ons niet een beetje dingen laten houden?

Maar Jezus antwoordt zijn leerlingen en ons allemaal: ‘Vrienden, wat is het toch moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan.  Een kameel komt gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God.’

Jezus noemt zijn leerlingen vrienden, geen dienaars meer, geen leerlingen, maar vrienden.  Eigenlijk vraagt Jezus ons allemaal om God op de eerste plaats te zetten in ons leven.  Om de liefde de eerste plaats te geven in ons leven, niet onszelf. 

We zullen maar gelukkig kunnen worden als we de andere hoger achten dan onszelf, als we dienaar worden van de andere.  Dat is het radicale van de boodschap van Jezus: je vindt geluk als je de andere gelukkig maakt, niet als je geluk zoekt voor jezelf.

Bidden wij dan voor al wie ongelukkig is, voor al wie in nood is, voor al wie op de vlucht leeft of een gevaarlijke reis onderneemt naar Europa in overvolle bootjes of in gevaarlijke camions.  Bidden wij voor wie in oorlog leeft, voor wie te hard moet werken, voor de kindsoldaten.

Bidden wij ook voor onszelf, dat wij meer vreugde zouden vinden in het geven aan anderen, dat wij niet triestig weg zouden gaan maar Jezus week na week blijven volgen en ons hart door Hem laten raken.