Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 27 september 2015

Num 11, 25-29
Mc 9, 38-43.45.47-48

Beste vrienden,

Het evangelie van Marcus toont ons Jezus die verder praat met zijn leerlingen op weg naar Jeruzalem.  We herinneren ons nog de scène van vorige week waarin Jezus aan de leerlingen vertelt dat hij zal lijden en nadien hen vraagt waarover ze onderweg gesproken hadden. 

En de leerlingen zwijgen en schamen zich, want ze hadden onderweg ruzie gemaakt over wie van hen de belangrijkste was.   Hoe triestig voor Jezus!  Hij heeft aan zijn leerlingen zijn angst willen toevertrouwen en zij zijn het al vergeten!  Ze praten al terug over zichzelf en over hun plaats. 

Vandaag horen we dat Johannes, één van de twaalf, die gezwegen had toen Jezus over zijn lijden sprak, naar voren komt en tegen Jezus zegt dat ze iemand in zijn naam duivels hebben zien uitdrijven.  En hij vertelt ook dat ze deze man hebben tegengehouden omdat hij niet één van hen was.

Arme Johannes, hij heeft er nog niets van begrepen!  Opnieuw roept Jezus zijn leerlingen bij elkaar en met veel geduld begint hij hen opnieuw zijn boodschap uit te leggen.  Hij leert de leerlingen langzaamaan om met een andere blik naar de wereld te kijken, met een blik van medelijden en van liefde voor de armen en kleinen.

En dat gebeurt ook met ons, elke zondag wanneer we komen luisteren naar de woorden van Jezus.  Week na week legt hij het ons opnieuw uit, met veel geduld, want Jezus weet dat we niet alles van de eerste keer zullen begrijpen.

Door te luisteren naar de woorden van Jezus worden er kleine zaadjes van het goede gezaaid in ons hart.  En deze zaadjes kunnen opgroeien tot stevige wortels van geloof, tot takken van trouw en vertrouwen en tot bloemen van naastenliefde en goedheid.

En hoe meer deze zaadjes groeien tot sterke takken en mooie bloemen, hoe minder plaats er in ons hart is voor het onkruid van onze slechte gevoelens. 

Ja, naar Jezus komen luisteren, is dé manier om ons hart te bewerken, om het slechte halt toe te roepen en plaats te maken voor een nieuwe stem die ons zegt om anders te leven.

Het lijkt precies of Johannes heeft niet echt iets fout gedaan.  Zo zouden wij toch ook reageren!  Zo reageren we ook vaak!  We oordelen over de anderen en denken dat wij de enige zijn die het goede begrepen hebben.

Maar Jezus oordeelt niet, hij is blij met al het goede dat gezaaid wordt, ook al is het niet in zijn naam.  Eigenlijk hoorden we een gelijkaardig verhaal in de eerste lezing.  Deze keer gaat Jozua naar Mozes omdat er 2 mannen profeteren die niet bij de groep van zeventig oudsten behoorden.  En de mensen zeggen tegen Mozes: je moet hen tegenhouden.   Maar Mozes antwoordt zoals Jezus: op? Ik zou willen dat heel het volk van de Heer profeteerde en dat de Heer zijn geest op hen legde.’

Waar Jozua en Johannes om bekommerd zijn, is niet de verandering in het hart van de mensen of de genezing van de zieken, het is hun eigen groep waar ze mee bezig zijn.  Maar het hart van Jezus is groter dan dat, Jezus denkt zo niet.  Jezus’ medelijden voor wie lijdt is zo groot, dat hij de genezing op de eerste plaats zet en niet wie het doet of in welke naam….

Daarom antwoordt Jezus aan Johannes met duidelijke toon: Houd hem niet tegen.   Het goede komt altijd van God, wie het ook doet.  Degenen die de armen en zwakken helpen, degene die wie in nood is helpt, de gevangenen bezoekt, de zieken verzorgt, kortom het goede doet, komt van God. 

God gooit alle schema’s die wij opstellen dooreen.  Hij is overal aanwezig waar er liefde is, waar er goedheid en medelijden is.  God is die hongerige aan wie eten wordt gegeven of die eenzame die wordt bezocht of die zieke die wordt genezen.

Wij moeten zoals Johannes niet droevig of ongerust zijn wanneer we anderen die niet bij onze groep horen mooie dingen zien doen, integendeel.  We moeten ons verheugen over al het goede dat in de wereld gebracht wordt, want het is dé manier om tegen het kwade te vechten.


Bidden wij dan voor al wie het goede doet in deze wereld, voor alle mensen die werken aan de vrede.  Bidden wij voor al wie op de vlucht leeft, opdat wij hen in Europa gastvrij mogen verwelkomen.  Bidden wij ook voor alle landen in oorlog.