Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 20 september 2015

Wijsheid 2, 12. 17-20
Mc 9, 30-37

Jezus en zijn leerlingen trokken door Galilea.  Het evangelie van Marcus toont ons zo de reis die Jezus maakt van Galilea naar Jeruzalem.  In de volgende hoofdstukken zal Marcus nog geregeld over die reis praten. 

Deze reis die Jezus maakt staat eigenlijk symbool voor de reis van het leven, een reis die elke mens aflegt.  De reis van ons leven hier op aarde, maar ook de spirituele reis die wij maken, de reis van ons hart.  De reis van groeien in leerling zijn van Jezus.  Het is ook de reis van week na week naar de eucharistieviering te komen en ons hart te laten kneden door de woorden van Jezus en door brood en wijn.

Vandaag lezen we dat Jezus zijn leerlingen opnieuw ondervraagt.  Vorige week vroeg hij hun wie de mensen dachten dat Hij was.  En wie ze zelf dachten dat hij was.

Doorheen de reis naar Jeruzalem zien we Jezus die voor de leerlingen uitloopt, hen de weg wijst, hen met zich meeneemt.  Zoals een herder zijn schapen meeneemt, zoals een Meester die de weg toont.

Maar vandaag loopt Jezus niet vooruit.  Hij loopt tussen zijn leerlingen en praat met hen, stelt hen vragen, zoals een vriend.  Jezus is geen koude heerser of leider die vanop zijn troon de mensen toespreekt.  Hij heeft het nodig om met zijn leerlingen te praten en hen zijn boodschap toe te vertrouwen.  Hij zegt hen:  De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.

En de leerlingen begrijpen er eigenlijk niet heel veel van… Wat een vreemde woorden zegt die Jezus toch!  Vorige week had Petrus Jezus al apart genomen en hem terechtgewezen omdat zijn boodschap er geen van overwinning leek te zijn!  Maar Jezus had hem streng terechtgewezen.

Opnieuw spreekt Jezus vandaag over zijn lijden.  Hij verandert zijn boodschap niet omdat hij via de leerlingen merkt dat ze er niet veel van begrijpen.  Met veel geduld legt Jezus het opnieuw uit aan zijn leerlingen.  Jezus vertrouwt zijn leerlingen opnieuw toe dat hij zal moeten lijden.  En hij is daar bang van.  Zoals in de tuin van Getsemane waarin Hij tot drie keer toe tot de Vader bidt dat dit uur van lijden aan hem voorbij zou mogen gaan.  Jezus wou niet lijden, Hij was er bang van, maar Hij wil doen wat de Vader van Hem vraagt en daarom loopt Hij er niet van weg.

De leerlingen zijn al zo lang met Jezus op weg en ze begrijpen er toch nog niet veel van.  En ook de boeken van het Oude Testament begrijpen ze niet.  In het boek Wijsheid hebben we in de eerste lezing gehoord hoe de Mensenzoon zal moeten lijden en op de proef gesteld zal worden.

Laten wij de rechtschapene belagen.  Laten wij hem maar eens op de proef stellen  met niets ontziende folteringen, om zijn zachtmoedigheid te leren kennen  en zijn geduld te toetsen.  Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood:  er wordt toch over hem gewaakt,  zoals hij beweert.’ 

De leerlingen hebben deze woorden ongetwijfeld al gehoord, maar ze begrijpen het nog niet.  Het zijn nochtans heel duidelijke woorden.  Waarom begrijpen de leerlingen ze dan niet?  Omdat hun hart en hun gedachten heel ver verwijderd zijn van het hart en de gedachten van Jezus.  De leerlingen denken nog met de gedachten van de wereld, met hetgene wat ze al kennen. 

Jezus heeft angst om te lijden en sterven en de leerlingen maken ruzie onder elkaar over wie de grootste, de belangrijkste is.  De leerlingen zijn bezig met zichzelf, hun hart is vol van zichzelf, hun blik is gericht op zichzelf en niet op Jezus.

Jezus was waarschijnlijk een beetje voor hen uitgelopen en de leerlingen zijn onderling beginnen discussiëren.  Wanneer Jezus hen vraagt waarover ze onderweg gesproken hebben, zwijgen ze omdat ze zich schamen.  Eindelijk schaamte.  Dat is belangrijk, want je schamen betekent dat je zelf begrijpt dat je niet goed bezig bent, dat je iets hebt gedaan dat niet ok is. 

Je schamen is de eerste weg naar bekering, naar verandering van je hart.  Jezus kent zijn leerlingen en hij houdt van hen, ondanks hun fouten en kleine kantjes.

Jezus veroordeelt de leerlingen niet, maar hij legt hen opnieuw met veel geduld uit hoe ze hun leven kunnen redden.  Wie groot wil worden, moet dienen.  De eerste onder u moet dienaard worden van allen. 

Hij haalt een kind in hun midden.  In de tijd van Jezus waren de kinderen van geen enkele waarde.  Met dit beeld van een kind legt hij hun uit dat ze niet moeten kijken naar wat groot en machtig is, maar naar het kleine en zwakken. 

Zoals het sterke Europa nu kijkt naar het zwakke vluchtelingenkind Aylan dat aanspoelt aan haar kust.  Dit kind is het icoon van het medelijden, van de barmhartigheid, van de hulp aan wie in nood is. 

Bidden wij dan dat wij onze harten laten raken door de woorden van Jezus, dat wij onze blik niet op onszelf gericht houden, maar dat wij kijken naar wie arm en zwak is, naar wie in nood is.