Jes 50, 5-9
Mc 8, 27-35
Wie is die Jezus van
Nazareth? Dit is een heel belangrijke
vraag. Het was al een belangrijke vraag in
de tijd van Jezus en het is nu nog altijd één van de meest belangrijke vragen
die er zijn. Al is het niet altijd een vraag die ons
bezighoudt.
In het evangelie van
Marcus dat we vandaag gelezen hebben, staat die vraag centraal. Ze staat ook écht in het midden van het
evangelie, in het achtste hoofdstuk van de zestien.
Deze scène speelt zich
af in Galilea, terwijl Jezus van dorp naar dorp gaat bij Caesarea van Filippus. Deze regio lag veraf van Jeruzalem, midden in
het heidens land. Van hieruit vertrekt
Jezus’ reis naar Jeruzalem.
Vanaf dit moment
spreekt Jezus openlijk met zijn leerlingen.
Hij vraagt hen eerst wie de mensen zeggen dat hij is. En de leerlingen antwoorden: Johannes de Doper, volgens anderen Elia,
en weer anderen zeggen: “Een van de profeten.” Het is dus Jezus zelf die in het midden van
het evangelie die belangrijke vraag stelt: wie ben ik?
De mensen voelen dus
wel aan dat Jezus iemand bijzonder is, dat hij door God gezonden is, maar hoe
juist, dat begrijpen ze niet goed, daar
blijven ze vaag over.
Daarom vraagt Jezus aan zijn leerlingen wie zij denken dat hij is. En dan is het Petrus die als eerste openlijk antwoordt: U bent de Messias. De Messias, de Heilige, degene die door God gezonden is om de wereld te komen redden.
Daarom vraagt Jezus aan zijn leerlingen wie zij denken dat hij is. En dan is het Petrus die als eerste openlijk antwoordt: U bent de Messias. De Messias, de Heilige, degene die door God gezonden is om de wereld te komen redden.
En dan gebeurt er iets
vreemds. Petrus heeft juist gezegd dat
Jezus de Messias is, maar Jezus zegt hen dat ze er met niemand over mogen
spreken en dat Hij veel zal moeten lijden en sterven.
Petrus kan niet meer volgen, wat zegt Jezus nu allemaal? En Petrus neemt Jezus apart en begint Hem de les te lezen. We kunnen ons bijna voorstellen wat Petrus allemaal gezegd heeft tegen Jezus: Komaan, Jezus. Dat kan toch niet! Je bent onze Redder! Hoe kan je dan zeggen dat je zal lijden en sterven? Dat is toch niet wat een redder doet!!
Petrus kan niet meer volgen, wat zegt Jezus nu allemaal? En Petrus neemt Jezus apart en begint Hem de les te lezen. We kunnen ons bijna voorstellen wat Petrus allemaal gezegd heeft tegen Jezus: Komaan, Jezus. Dat kan toch niet! Je bent onze Redder! Hoe kan je dan zeggen dat je zal lijden en sterven? Dat is toch niet wat een redder doet!!
Petrus begrijpt het nog niet… Hij noemt Jezus
de Messias, de Redder, maar heeft een fout idee over hoe Jezus de wereld zal
redden. Petrus denkt zoals de wereld
denkt, Petrus denkt dat de wereld overwonnen zal worden met macht en kracht en
geweld. Jezus staat aan de andere kant,
met een boodschap van kracht die uit het zwakke komt. Jezus weet dat hij het Kwade zal overwinnen,
dat hij de dood zal overwinnen, maar dat hij daarvoor eerst zal moeten lijden… Daarom zegt Jezus tegen Petrus: Weg daar, achter Mij, satan, want jouw
gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van mensen.’
Het zijn strenge woorden,
maar ze leggen wel heel goed uit waar het gevaar ligt: denken met gedachten van
de mensen en niet denken met de gedachten van God. Dat is het evangelie van de wereld: red
jezelf. Terwijl Jezus juist het omgekeerde
zegt: je kan maar gered worden, als je je eigen leven wil verliezen omwille van
hem.
Dat is het getuigenis van zovele martelaren over heel de wereld en doorheen de geschiedenis, mensen die ervoor kozen om –op gevaar van eigen leven- de weg van Jezus te gaan, d.w.z. kiezen voor de liefde en niet voor jezelf.
Dat is het getuigenis van zovele martelaren over heel de wereld en doorheen de geschiedenis, mensen die ervoor kozen om –op gevaar van eigen leven- de weg van Jezus te gaan, d.w.z. kiezen voor de liefde en niet voor jezelf.
Afgelopen week ging in
Tirana, de hoofdstad van Albanie, het 28ste gebed voor de vrede
door, georganiseerd door Sant Egidio.
Meer dan 300 religieuze leiders van de verschillende geloven kwamen
samen om elkaar te leren kennen, om vrienden te worden en om samen naar wegen
van vrede te zoeken.
De titel van de samenkomst was: Vrede is altijd mogelijk. Er is dus veel gesproken over de vrede, over hoe mensen van geloof altijd moeten werken aan de vrede. Er waren joden, moslims en christenen, boedhisten, hindu’s en andere oosterse godsdiensten…
De titel van de samenkomst was: Vrede is altijd mogelijk. Er is dus veel gesproken over de vrede, over hoe mensen van geloof altijd moeten werken aan de vrede. Er waren joden, moslims en christenen, boedhisten, hindu’s en andere oosterse godsdiensten…
Ze zochten naar wat
hen verbindt en probeerden niet te kijken naar wat hen verdeelt.
Ze spraken ook veel
over de vluchtelingen die naar Europa komen.
Er was een orthodoxe bisschop uit Syrië die vertelde over hoe zijn land
kapotgemaakt is, hoe de mensen bang zijn voor hun leven en daarom op de vlucht
gaan.
Hij vroeg ons om voor zijn land en zijn mensen te bidden. Voor wie op de vlucht gaat en de gevaarlijke weg naar Europa onderneemt.
Hij vroeg ons om voor zijn land en zijn mensen te bidden. Voor wie op de vlucht gaat en de gevaarlijke weg naar Europa onderneemt.
Wij willen deze mensen
niet vergeten, wij willen hen het warme gelaat van de vriendschap van Jezus
tonen. Verschillende jongeren van Sant
Egidio zijn al vaak naar Brussel geweest om te spelen met de
vluchtelingenkinderen. Om hen te tonen
dat er in Europa mensen zijn die hen graag zien, die hen welkom heten, die
bidden opdat er snel vrede mag komen in hun land.
De weg van Jezus is de
weg van de vriendschap, van de liefde die niet egoïstisch is maar juist de
andere hoger acht dan jezelf.
Bidden wij dat wij
mogen groeien op deze weg, dat wij met heel ons leven een sterke getuige zijn
van de liefde van Jezus.