Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Schapen zonder herder

Jer 23, 1-6
Mc 6, 30-44

Beste vrienden,

Het evangelie van vorige zondag toonde ons Jezus die de twaalf leerlingen uitzond om in de dorpen van Galilea het koninkrijk van God te gaan verkondigen, zieken te genezen en armen en zwakken te helpen.

De evangelist Marcus legt duidelijk uit dat aan de leerlingen de ‘kracht’ wordt gegeven om zieken te genezen. 

Vandaag lezen we het vervolg.  De twaalf leerlingen komen terug bij Jezus en ze vertellen Hem wat ze allemaal hebben meegemaakt.   De leerlingen waren waarschijnlijk erg enthousiast over hun avonturen.  Ze hadden op Jezus vertrouwd, ze hadden hun schrik overwonnen en waren naar de mensen toegestapt.  En ze hadden in de naam van Jezus mensen kunnen redden, kunnen genezen.

Luisteren naar Jezus brengt inderdaad vruchten voort.  We kunnen ons voorstellen dat Jezus fier op hen was en hen met een blik van liefde en vriendschap aankeek terwijl ze zo enthousiast vertelden.

De leerlingen waren gelukkig en waarschijnlijk ook wel een beetje moe, van hun reizen, van de emoties, moe van het werk dat ze gedaan hadden.  Ondertussen werden ze ook al bekend onder de mensen, veel mensen hadden hen herkend en waren hen gevolgd.

Jezus merkt dat de leerlingen moe zijn en zegt: Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.  Ja, als de leerlingen hard werken voor het Rijk Gods, worden ze moe en is het nodig om naar een eenzame plek te gaan en te rusten.  Dat wil zeggen: dicht bij Jezus zijn.  Bidden.  Bezinnen.  Rusten.  Zo is eigenlijk elke zondag de eucharistieviering een moment van rust, van bezinning, van even stoppen met wat je aan het doen bent en dicht bij Jezus zijn en luisteren.

Zo is de eucharistieviering op zondag als een scharnier tussen de week die voorbij is en de week die gaat komen.  Geen moment om weg te vluchten van de werkelijkheid, maar wel een moment om even los te komen van onze gedachten en gevoelens van altijd en om ons te laten voeden met de woorden van Jezus en met Jezus zelf in brood en wijn.

De leerlingen hadden nood aan rust.  Maar de mensen volgen hen.  Een grote menigte was samengekomen, vanuit alle steden en dorpen.  En Jezus kijkt naar hen met een blik van medelijden.  Medelijden omdat ze waren als schapen zonder herder. 

De mensen waren naar Jezus gekomen omdat ze op zoek waren naar ware woorden die hun leven zin zou geven. 

En Jezus heeft zoveel medelijden met hen dat hij ze niet zomaar wil wegsturen, ook al staat dat in de weg van zijn plan om uit te rusten met de leerlingen.  Maar die leerlingen, die juist zo hard gewerkt hebben, zijn wél moe en ze willen eigenlijk liever dat die mensen weggaan… ‘Dit is een eenzame plaats, en het is al laat. Stuur de mensen weg, dan kunnen ze zelf op de hoeven en in de dorpen in de omgeving iets te eten gaan kopen.’

Eigenlijk zeggen ze: Jezus, we hebben al zo hard gewerkt, nu hebben we toch wat rust verdiend.  En nu staan al die mensen hier!  Stuur hen toch weg, laat hen voor zichzelf zorgen, geef ons de rust die wij verdienen.

De leerlingen kijken niet met een blik van medelijden naar de mensen.  Ze hebben medelijden met zichzelf.  Jezus leert ons om onze blik niet op onszelf te richten, maar om écht te kijken naar de andere en hen écht liever te zien dan onszelf.  Jullie moeten hen te eten geven.

Jezus vertrouwt op de leerlingen, hij weet dat ze meer in hun mars hebben, dat ze meer aankunnen dan ze zelf denken.

En opnieuw is er het ongeloof van de leerlingen: Moeten we voor tweehonderd denariën brood gaan kopen en hun te eten geven?’

Hoe is zo’n grote taak mogelijk?  Voor zoveel mensen eten geven, dat kost toch veel te veel geld, dat kunnen we toch niet, dat is onmogelijk!

De leerlingen geloven in het onmogelijke.  Sommige dingen zijn nu eenmaal te moeilijk, te zwaar en wij zijn maar kleine mensen.  Moeten wij dan misschien het onmogelijke doen?  Zo denken wij ook vaak als we kijken naar de grote problemen in de wereld.  Kunnen wij daar misschien iets aan veranderen?

Voor Jezus is niets onmogelijk.  Hij vraagt hen om bijeen te brengen wat ze hebben.  Ga eens kijken wat jullie hebben.  En ze komen terug met 5 broden.  Dat lijkt heel weinig, maar de leerlingen komen wel niet met lege handen terug.  Ze vertrouwen op Jezus.  Ze brengen voor Hem wat ze hebben.  Vijf broden en twee vissen.

Het lijkt niets.  Maar Jezus minacht het kleine wat de leerlingen samenbrengen niet.  Hij liet de mensen in groepen van 100 en van 50 zitten en nam die vijf broden en twee vissen, keek op naar de hemel, sprak de zegenbede uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze onder hen uit te delen; ook de twee vissen verdeelde Hij onder allen.

Met het weinige dat de leerlingen bij elkaar hadden gebracht, geeft Jezus eten aan heel het volk.  Als wij dus ook onze krachten, onze energie, onze liefde voor de armen, tot bij Jezus brengen, zal Hij ze vermenigvuldigen en delen onder de mensen.  En er zal genoeg zijn voor iedereen, er schiet zelfs over!

Bidden wij dan dat wij zoals de leerlingen zouden vertrouwen op Jezus.  Bidden wij voor mee geloof in het onmogelijke.  Bidden wij voor al wie in oorlog leeft of op de vlucht is.