Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Storm op zee

Job 38, 1.8-11
Mc 4, 35-41

Beste vrienden,

Laten we naar de overkant gaan.  Deze opdracht geeft Jezus aan zijn leerlingen vandaag in het evangelie volgens Marcus.  Jezus vraagt deze leerlingen, dus ook ieder van ons, om uit hun gewoonten te treden, om niet zomaar te blijven doen wat ze altijd deden.

De leerlingen waren vissers.  Ze waren dus gewend om elke dag in een boot op het water te zijn.  Ze hadden door jaren vissen waarschijnlijk wel een aantal gewoontes opgebouwd, ze deden hun handelingen op een vaste manier, gingen waarschijnlijk naar een vaste plaats op het water of via een vaste route die ze goed kenden en waar ze de gevaren van het water konden inschatten.

Dan komt Jezus en hij zegt hen om die gewoontes achter zich te laten, om naar onbekend terrein te gaan, de andere oever.

Maar dan steekt er een hevige storm op.  De leerlingen hadden naar Jezus geluisterd, ze hadden de mensen achter zich gelaten, ze waren naar die andere oever gevaren, naar onbekend terrein.  En er duiken al meteen moeilijkheden op, een storm!

Waarschijnlijk was het ondertussen ook avond geworden, Jezus ligt te slapen…

Ook wij zijn vaak zoals die leerlingen.  We leven ons leven volgens bepaalde gewoontes: volgens onze agenda, morgen voetbal, overmorgen muziekschool, elke dag naar school, vakantie….  We hebben onze gewoontes, we denken gemakkelijk aan onszelf, maken keuzes om ons eigen leven te verbeteren.

Maar Jezus vraagt om naar de andere oever te varen, om ons leven te veranderen, om ons open te stellen voor andere mensen, vooral voor de armen en zwakken.

En dan komen we natuurlijk problemen tegen, want het leven van de armen is niet altijd eenvoudig, ze komen veel ‘stormen’ tegen.  Wanneer we ons hart openen voor de bootvluchtelingen, dan horen we over de stormen van oorlog en armoede die deze mensen ertoe gedreven hebben om hun land te verlaten.  Wanneer we ons hart openen voor de bejaarden, dan begrijpen we de storm van eenzaamheid en onverschilligheid…

En dan is er ook de storm in ons eigen hart: Wat kunnen wij doen?  We zijn maar zo klein en er zijn zoveel problemen in de wereld?  We worden bang, zoals de leerlingen bang waren…

Het is Jezus zelf die de storm doet bedaren.  Hij zorgt ervoor dat de leerlingen veilig zijn in hun boot en dat de storm gaat liggen.

De leerlingen hadden Jezus wakkergemaakt: ‘Meester, kan het U niet schelen dat wij vergaan?’ 

Jezus was aan het slapen tijdens de storm.  Hij lijkt wel of het hem helemaal niet kan schelen dat ze dreigen te vergaan!  De leerlingen stellen deze ietswat brutale vraag aan Jezus, maar het toont wel dat ze op Jezus vertrouwen, dat ze hopen dat Hij hen wel kan redden.

Ons gebed is soms ook een schreeuw van wanhoop waarmee we hopen de Heer te kunnen wakkermaken.  De slaap van Jezus wil waarschijnlijk zeggen dat hij vol vertrouwen was tussen zijn leerlingen, die ervaren vissers die wisten hoe ze een boot moesten besturen op woelige waters.

Maar meer nog toont het het vertrouwen van Jezus op de Vader, die niemand in de steek laat.  Jezus in ons hart binnenlaten, wil ook zeggen groeien in dit vertrouwen op de Vader. 

In de stormen van het leven staan wij er niet alleen voor.  Als we moeilijkheden tegenkomen, neemt God ons bij de hand en ondersteunt Hij ons en geeft Hij ons kracht.

En dan worden de leerlingen door schrik bevangen en is er die vreemde vraag: Wie is dat toch, dat zelfs de wind en het water naar Hem luisteren?

Het evangelie van Marcus zegt dat de leerlingen schrik hadden, meer dan dat ze verwonderd waren over wat Jezus gedaan had.

Het is een andere schrik dan de schrik van de leerlingen voor de storm op het water.  Het is eerder de vrees voor de kracht van God, een schrik die vooral ontzag betekent maar ook vertrouwen. 

Wij mensen, begrijpen vaak maar weinig van God, of denken Hem te begrijpen door Hem op mensenmaat te maken.  Maar de kracht van God is oneindig veel groter dan dat en wij staan er als kleine mensen vaak versteld van.

Het is de schrik van wie zich klein voelt tegenover de grote kracht van liefde die God is.  De vrees van degene die zich, klein en zondig, opgenomen voelt in de liefde van de Heer. 

En deze vrees, deze schrik, dit ontzag, is het teken dat we ons al op de andere oever bevinden.

Bidden wij dan voor alle mensen die leven in de stormen van de wereld, voor wie leeft in oorlog, voor wie op de vlucht is, voor wie ontvoerd is.

Bidden wij voor meer vertrouwen op de kracht van liefde die Jezus ons toont.