Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Pinksteren

Hand 2, 1-11
Joh 15, 26-27; 16,12-15

Beste vrienden,

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Vijftig dagen waren er voorbij gegaan sinds Pasen en een honderdtwintigtal leerlingen van Jezus waren samen in de bovenkamer, zoals ze gewoon waren om te doen.  Sinds Pasen waren ze blijven samenkomen om te bidden, naar de Schrift te luisteren en broederlijk samen te leven. 

Deze traditie van samenkomen is sindsdien niet meer gestopt en duurt nu al meer dan 2000jaar verder, overal op aarde waar christenen samenkomen om op zondag te eucharistie te vieren en Jezus te ontmoeten in brood en wijn.
Deze Pinksterdag was beslissend voor de leerlingen, door wat er binnen in de bovenkamer en erbuiten gebeurde.  De Handelingen van de Apostelen vertellen dat er die namiddag een soort grote windvlaag opstak, die heel het huis waar ze zich bevonden vulde.  Het was een soort aardbeving die men in heel Jeruzalem kon horen.

Een grote menigte mensen was dan ook voor de deur samengekomen om te zien wat er gebeurde.  Als snel bleek dat het niet om een banale aardbeving of een ander natuurverschijnsel ging.  Er was een forse schok geweest, maar er was niets in mekaar gestort. 

Van buitenaf kon men niet raden welke ‘instorting’ zich binnenin had voorgedaan.  In het huis hadden de leerlingen een echte aardbeving gevoeld die.  Ze zagen iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette.  Ze werden allen vervuld van de heilige geest en begonnen in vreemde talen te spreken. 

Voor iedereen daar aanwezig, de apostelen, de vrouwen, de leerlingen, veranderde deze ervaring hun leven volledig.  Waarschijnlijk herinnerden ze zich wat Jezus gezegd had op Hemelvaart: Blijft dus in de stad, totdat gij uit den hoge met kracht zult zijn toegerust.  En op een ander moment had Jezus gezegd: ‘Het is goed voor u dat Ik heenga, want als Ik niet heenga zal de Helper niet tot u komen.’ 

Deze gemeenschap van leerlingen, verzameld in de bovenkamer, had Pinksteren nodig, of anders gezegd, ze hadden het nodig om door elkaar geschud te worden.  Kracht voer in hen en een soort vuur begon hen van binnen te verteren.  De angst maakte plaats voor moed, de onverschilligheid voor medeleven, het egoïsme werd verdrongen door de liefde. 

Dat was de eerste Pinksteren, waarop de Kerk haar tocht in de geschiedenis van de mensen begon.

Die innerlijke aardbeving die het hart en het leven van de leerlingen veranderd had, kon ook buiten de bovenzaal niet zonder gevolgen blijven.  De deur die vijftig dagen lang gesloten was geweest ‘uit angst voor de joden’  werd wijd opengezet en de leerlingen begonnen de mensen – die in grote getallen toegestroomd waren -  toe te spreken, want nu waren ze niet langer teruggeplooid op zichzelf, niet langer geconcentreerd op hun eigen leven.

De lange en gedetailleerde lijst van volkeren die hen hoorden spreken in hun eigen taal, die we terugvinden in het tweede hoofdstuk van de Handelingen, toont ons eigenlijk dat de hele wereld voor die deur stond. 

Alle volkeren hoorden de leerlingen spreken in hun eigen taal.  Dit verhaal doet ons denken aan het verhaal van de toren van Babel.  Dat gaat over mensen die een unieke stad bouwen met een toren die tot aan de hemel moest raken.  De mensen wilden tot aan de hemel raken, in het idee dat ze zelf oppermachtig waren. 
En dat idee is meteen ook hun ondergang.  Want ze verstonden mekaar niet en raakten verspreid over heel de aarde.  De verstrooiing, die met de toren van Babel begonnen is, is een oud verhaal maar het beschrijft het gewone leven, van de mensen op aarde, die vaak verdeeld zijn en met elkaar in strijd zijn.  Mensen die eerder kijken naar wat hen verdeeld dan naar wat hen samenbrengt.  Zo vaak kijkt ieder alleen naar zijn eigen belangen, zonder te waken over het gezamenlijk welzijn.

Pinksteren maakt een einde aan dit Babel van mensen die onderling strijden.  De Geest daalt neer in het hart van de leerlingen, kondigt een nieuwe tijd aan, de tijd van de gemeenschap en de broederlijkheid.  Het is een tijd die van God komt.  Vanuit de hemel daalde een regen van tongen neer, die zich op de hoofden van de aanwezigen neerzette. 

Dat was de vlam van liefde die alle ruwe kanten wegbrandde.  Het was de tong van het Evangelie, die de muren tussen de mensen neerhaalde en hun hart zo diep raakte dat ze er ondersteboven van waren.

Het wonder van de gemeenschap, van de Kerk, begint met Pinksteren.  Pinksteren is het begin van de Kerk, maar ook van het nieuwe leven.  Niet langer voor jezelf, maar voor de anderen.

Bidden wij dan dat de Geest mag neerdalen in ons hart, dat wij ons hart openen voor de liefde van Jezus zodat wij in deze wereld een teken van vrede en van liefde worden.