Mc1, 14-20
Het evangelie dat we
vandaag horen vertelt over Jezus die zijn leerlingen roept. Het gaat hier niet alleen om een verhaal uit
het verleden. Vandaag nog, roept Jezus
over heel de wereld mannen en vrouwen bij elkaar om mee te bouwen aan het
koninkrijk van vrede op aarde. Jezus
loopt langs het meer van Galilea, hij ziet de leerlingen en hij roept hen.
Jezus spreekt niet tot
hen zoals een professor van de universiteit die een les geeft. Maar hij spreekt hen wel toe als een leraar: Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken. Hij vraagt de leerlingen om Hem te volgen,
met Hem mee te gaan, hun oude leven als vissers achter zich te laten.
Hij oordeelt niet over
deze leerlingen, hij minacht hen niet omdat ze maar eenvoudige vissers van
Galilea zijn. Jezus toont hen hoe ze een
ander leven kunnen beginnen leiden, door alles achter te laten en Hem te
volgen. Je kan niet hetzelfde blijven als
je een leerling van Jezus wordt. Je kan
niet hetzelfde leven blijven leiden, met dezelfde oude ideeën van altijd. Wie leerling wordt van Jezus, begint een
avontuur. Hem volgen brengt de
leerlingen naar plaatsen waar ze nooit van hadden gedacht dat ze er ooit
naartoe zouden gaan. Ze volgen Hem tot
Jeruzalem. En na zijn dood en
Verrijzenis gaan de leerlingen zelfs nog verder en komen ze tot in heel andere
werelden, om overal te vertellen over die blijde boodschap van Jezus, die
gekomen is om de wereld te redden.
Het evangelie, de
vriendschap van Jezus, toont ons een nieuwe manier van leven. Maar het is geen wetboek. En het is ook niet zo dat je, eens je het
helemaal gelezen hebt, er alle geheimen van kent en begrijpt.
Integendeel, hoe meer
we het openen en het lezen, hoe meer we er van beginnen begrijpen. Het is evangelie, wat betekent ‘een goed
nieuws’. Hoeveel slecht nieuws horen wij
overal. Zowel in de kranten als op
televisie. Het evangelie is het goede
nieuws dat God (dat wil zeggen: de
liefde, het mysterie van het leven) tot jou praat en je vraagt om Hem te
volgen. Omdat Hij wil dat ons leven mooi
is, waardevol. Volg mij, zegt
Jezus. Want als je Mij niet volgt, volg
je de zovele andere meesters van deze wereld die je niet gelukkig kunnen maken:
de meester van het geld, de meester van de macht, de meester van het
geweld.
Het evangelie van
vandaag begint met de gevangenneming van Johannes de Doper. Herodes had Johannes laten
gevangennemen. Johannes, die zoveel
woorden van hoop en verwachting had gesproken.
En nu is het stil aan de Jordaan.
Maar nadat Johannes gevangen is genomen, begint Jezus te spreken in de
straten van Galilea. En dit is was hij
zegt: De tijd is aangebroken, het
koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede
nieuws.’
Kom tot inkeer, bekeer
jezelf. Verander je leven. Dat is ook wat Jona zei aan de inwoners van
Nineve. Onze tijden zijn niet zo anders
dan die van Johannes de Doper of die van Jona en de inwoners van Nineve. De mensen zijn nog altijd hard tegen elkaar
en nog weinig horen we woorden van leven, mensen die positieve dingen zeggen,
opbouwend. We horen vandaag ook veel
negatieve dingen en mensen doen elkaar verschrikkelijk onrecht aan. We horen over dreiging, over terrorisme, over
oorlog en geweld.
Wij zijn een beetje
zoals die vissers aan het meer van Galilea, we leven niet in het centrum van de
wereld, we doen alle dagen de dingen die we moeten doen. Maar Jezus komt langs, ziet ons en vraagt ons
om Hem te volgen. Jezus probeert hen
niet te overtuigen met een hele planning, hij zegt gewoon: Volg mij.
Hij vraagt hen om Hem
te helpen, om vissers van mensen te worden.
Dit betekent om ook aan anderen een nieuwe manier van leven te tonen,
niet langer enkel gericht op henzelf, maar met de blik op Jezus die hen leidt
naar de armen en zwakken in de wereld.
Het evangelie vraagt
ons om ons oude leven achter te laten: een leven dat enkel draait om onszelf,
een leven waar plaats is voor jaloezie, voor ruzie, voor roddels, voor
boosheid. En als we dit doen; krijgen we
de rijkdom van een leven dichtbij Jezus in de plaats. Een leven vol ontmoetingen met alle soorten
mensen, een leven vol positieve dromen en hoop.
De leerlingen horen de
vraag van Jezus en laten meteen hun netten achter. Ze beginnen direct Jezus te volgen. Ja, er is haast bij het volgen van Jezus, dit
moeten we niet uitstellen tot later, tot we groot zijn, tot we tijd hebben.
Natuurlijk, die
leerlingen hadden nog niet alles begrepen toen ze Jezus begonnen volgen. En we zullen doorheen de verhalen horen dat
ze vaak niet écht begrijpen wie Jezus is en wat zijn boodschap betekent. De leerlingen zullen soms ruzie maken
onderling, ze zullen Jezus proberen verdedigen met het zwaard, ze zullen de
beste plaats voor zichzelf vragen, enz…
Het is niet omdat we
Jezus volgen, dat we ineens supermensen worden.
Maar wél verandert er iets belangrijks.
De leerlingen laten zich raken door de vraag van Jezus en zetten zich in
beweging. Ze laten toe dat Jezus tot hun
hart spreekt en laten zich raken door zijn woorden. Dat is het begin van de bekering van hun
hart, van de verandering in hun leven.
Die stem van Jezus
roept ook ons vandaag: Volg mij. Ik zal
van jullie vissers van mensen maken.