Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 11 januari 2015 Doopsel van Jezus

Jes 55, 1-11
Mc 1, 7-11

Beste vrienden,

Het feest dat we vandaag vieren is eigenlijk een tweede kerstfeest, een tweede epifanie.  Epifanie is een Grieks woord en betekent ‘verschijning’ ‘openbaring’.   God houdt niet op zich te tonen aan de mensen, opdat wie Hem zoekt Hem zou vinden.  Hij is geduldig, hij dringt zich niet op, God wil ontvangen en herkend worden. 

Hij kwam in de wereld maar de wereld herkende hem niet, schreef de evangelist Johannes. 

God wil ons een toekomst tonen, een nieuwe manier van leven op aarde.  Elke mens is een schepsel dat op aarde leeft, zoals elk levend wezen, ook de dieren.  En God is in Jezus mens geworden en heeft op de aarde gewoond. 

Vandaag is het feest van het doopsel van Jezus.  De hemel scheurde open en de Geest daalde als een duif op Hem neer en er klonk een stem die zei: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’

In Jezus wordt de kracht van God eindelijk ten volle zichtbaar.  Na zijn doopsel begint Jezus in het openbaar te spreken.   Op de dag van zijn doopsel, wordt Jezus opnieuw geboren in een nieuw leven.  Zoals wij allemaal met ons doopsel opnieuw geboren worden.  Daarom vraagt de priester aan de ouders om hun dopeling een naam te geven, ook als het kindje al een naam heeft.  Of als iemand al groot is als hij gedoopt is en al jarenlang een naam heeft, toch vraagt de priester altijd om een naam te geven –en sommige mensen kiezen ervoor om een nieuwe naam aan te nemen bij hun doopsel – om duidelijk te maken dat ze opnieuw geboren worden, een nieuw mens worden.

Het nieuwe leven na het doopsel, is een leven dat geleefd wordt voor de anderen, niet langer voor jezelf.   Na zijn doopsel is Jezus vervuld van een vuur, een nieuwe energie die hem vooruitdrijft.  Hij wordt door de Geest in de woestijn gedreven waar hij 40 dagen verblijft en door de duivel op de proef wordt gesteld. 

Na die 40 dagen gaat Jezus naar Galilea waar Hij de blijde boodschap begint te verkondigen en waar Hij zijn leerlingen roept om met Hem mee te gaan en Hem te helpen.  In het evangelie van Lucas zegt Jezus: Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou ik graag willen dat het al brandde!

Wanneer Jezus uit het water komt, opent de hemel zich en God spreekt tot de mensen.  Met heel zijn leven toont Jezus ons de weg naar Zijn koninkrijk, naar geluk op aarde voor alle mensen.  Ieder van ons wordt een zoon en een dochter van de Vader, wij worden broers en zussen van elkaar. 

En op aarde zijn er altijd krachten van het kwade die ons uiteen proberen drijven, zoals de verschrikkelijke moorden in Frankrijk deze dagen.  Ons antwoord moet een antwoord van vrede en verzoening zijn, want dat is de enige manier om het kwade écht te overwinnen.

Door het doopsel worden wij kinderen van God.  Een christen is nooit enig kind, omdat God de vader van iedereen is.  Dus alle anderen mensen zijn onze broers en zussen.  Iedereen, de goeden én de slechten.  Diegenene die denken zoals wij en ook diegenen die niet denken zoals wij.  Ieder krijgt met zijn doopsel een familie van broers en zussen.  Maar ieder is ook geroepen om bij zijn doopsel broer of zus te worden voor anderen.   Als  wij luisteren naar het Woord van de Heer, als de Heer ons naar de anderen brengt,  als wij de eenzaamheid van een bejaarde wegnemen, als wij de naam van een dakloze uitspreken, als wij iemand die droevig is troosten, als een arme geholpen wordt,  als een zieke bezocht wordt, dan wordt het leven heilig. 

Vandaag zijn wij allemaal als kinderen aan de doopvont.  De Heer vraagt ons niet om grote beloften te doen of grote toespraken te houden, nee de Heer vraagt ons een beschikbaar hart.  Een hart dat zich laat liefhebben en dat op zijn beurt liefde geeft aan velen. 

Bidden wij dan voor alle slachtoffers van aanslagen, voor al wie bedroefd achterblijft omdat hij iemand verloren heeft, voor vrede in de wereld, voor al wie arm en alleen is.