2Sm 7:1-5.8b-12.14a,16;
Lc 1:26-38
Beste vrienden
We zijn al de laatste zondag van de Advent; Jezus staat aan
de deur. Om Hem te verwelkomen is het de moeite om ons eigen hart te
veranderen. Hij is geen theorie die we moeten aannemen, maar een kind om op te
nemen. Anders is het geen Kerstmis. Er is geen Kerstmis zonder ons hart. Daarom
dienen we ons af te vragen: welk soort Kerstmis zijn we aan het voorbereiden?
Welk Kerstmis willen we voor deze wereld, waar er zoveel schrik en onzekerheid
is, die zich neerlegt bij oorlog en onrecht, die onzeker en arrogant is
tegelijk, die met alle gemak de zwakken uitbant omdat ze storen.
Een wereld die zoveel bezit, maar zo verstrooid en
gestresseerd is dat hij geen plaats laat voor een ander. Een wereld die
onmiddellijk moe is, die geen last wil hebben. Een wereld die alles wil hebben
voor zichzelf.
Daar vinden we niet wat nieuw is. En waar is dan Kerstmis?
Wij zijn vaak alleen bezig met de geschenken en denken dat we anderen alleen
blij kunnen maken met geschenken. Maar ons leven schenken willen we maar zelden.
Weinig denken we aan dat vreemdelingenkind: we denken dat het niets waard is,
dat het zwak is, niets met ons te maken heeft, dat het niets te bieden heeft in
ruil. Hoe erg spannen we ons in voor onze aankopen en hoe weinig aandacht
besteden we aan het zoeken naar ware liefde! Het grote geschenk dat we moeten
geven, zijn inderdaad niet de dingen, maar is de liefde! En die is niet te
kopen: die ontvangt men, die leert men tegelijk met het kind dat vraagt om
geboren te worden.
Om geboren te worden kiest God niet de belangrijke paleizen
van de hoge kringen van Israël. Maria is een arme vrouw van Nazaret, een klein
dorpje in het perifere Galilea. Haar heeft Hij gekozen om mens te worden, om
“vlees” te worden. Met Maria werd het Kerstmis, toen haar hart de Heer ontving.
Sindsdien is het Kerstmis als God een huis vindt in het hart van de mensen. Hoe
triestig is de vaststelling van het Evangelie wanneer het noteert: “er was voor
hen geen plaats in de afspanning”.
Jezus wil ook in ons hart komen wonen. Maar maken wij wel plaats voor Hem?
Het zegt: “Zie, ik sta aan de deur en klop”. Als wij de deur
van ons hart openen, blijft het bij ons. “Het Woord is vlees geworden en is
komen wonen onder ons”, schrijft de evangelist Johannes. Maria die als eerste
het Woord van God gehoorzaamde en zich ter beschikking stelde, is het eerste
huis van God; Aan de boodschapper die haar verscheen, zei ze: “Zie, ik ben de
dienares van de Heer, mij geschiede naar uw woord”. Maria wachtte niet en
verloor geen tijd. Ze verstond het niet allemaal, maar ze zei ja.
Ze begreep het niet allemaal van in het begin, maar ze zei wel ja. Haar nicht Elisabet zal zeggen: “Gelukkig zij
die vertrouwd heeft op de vervulling van wat de Heer haar heeft gezegd”. Dat is
de eerste zaligprijzing uit het Evangelie.
Laten we ons hart openen voor het Evangelie en de wereld zal
zich openen voor de liefde. Laten we de zorg opnemen voor de zwakheid van God
en de mensen om de liefde te vinden die geen einde kent.
Laten we ook écht een plaats maken voor wie geen plaats
heeft, voor de eenzame bejaarden die we bezoeken op kerstavond. Dat we niemand
zouden alleen laten! Kerstmis is dat kind opnemen en ieder die arm is en zwak
zoals Hij. Dat is Kerstmis. Laten we Maria volgen en ja zeggen op de uitnodiging van de Heer. Zodat we niet langer slaaf zijn van het kopen en het krijgen voor onszelf. Want dat maakt ons niet gelukkig.
Niets is onmogelijk voor wie gelooft. Kom spoedig, Heer, in onze wereld vol schrik en geweld. Kom, Heer, leer ons U te herkennen en voor U plaats te maken, om met U opnieuw geboren te worden tot een nieuw leven.
Laten wij onze gebeden tot bij de Heer brengen en op elk gebed antwoorden: Wij bidden U, verhoor ons Heer.