Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 5 oktober 2014

Jes 5, 1-7
Mt 21, 33-43

Beste vrienden,

Het is al drie zondagen na elkaar dat het evangelie ons spreekt over de wijngaard.  Ook in het Oude Testament wordt heel veel over de wijngaard gesproken.  De wijngaard stelt het volk van God voor.  Jesaja zegt dat ergens: De wijngaard van de Heer van de legermachten, dat is het volk van Israël.  Deze teksten spreken telkens over een hele grote liefde van God voor zijn wijngaard, voor zijn volk.  Een liefde zonder grenzen. 

En zoals in de lezing van Jesaja die we zonet gehoord hebben, spreken ze soms zelfs alsof het over een geliefde gaat.  Wij zijn zoals die wijngaard.  De Heer heeft altijd werkers gestuurd om in die wijngaard te werken, dus tussen de mensen.  Maar wij moeten toegeven dat we niet altijd goede vruchten voortbrengen.  Dat we soms zure druiven voortbrengen: wanneer we ruzie maken, wanneer we jaloers zijn, wanneer we roddelen over iemand anders,…

Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen, wat heb ik te weinig gedaan?

Dat horen we de Heer zeggen.  De Heer vraagt het zich af, alsof hij iets meer had kunnen doen, alsof hij de fout bij zichzelf zoekt.  Hij die zonder twijfel zoveel meer gewerkt heeft dan wij.  Waarom vraagt Hij zich dat af en waarom vragen wij ons zo weinig af of we meer hadden kunnen doen? 

Vaak kijken we alleen naar ons eigen kleine hoekje van de wereld en klagen we over kleine dingen die we als groot onrecht zien tegenover ons.  Iemand die mij slecht behandeld heeft, iemand die mij niet uitgekozen heeft, ik die minder krijg dan een ander, ik die meer pech heb dan een ander….

Door zoveel naar onszelf te zien, vragen we ons maar weinig af wat we meer zouden kunnen doen om te werken voor de wijngaard van de Heer.  Die Heer die zoveel liefde geeft.  En hoe antwoorden de wijnbouwers?  Met meer en meer agressie, met meer en meer vijandigheid. 

Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde.   

En wanneer de Heer nog meer knechten stuurt, worden ze ook zo slecht behandeld.  En wanneer Hij zijn eigen zoon stuurt, wordt die zelfs gedood.  Toen Jezus dit verhaal vertelde, begreep hij waarschijnlijk als enige dat hij over zichzelf sprak.  Nu begrijpen wij het verhaal beter; die zoon dat is Jezus.  Door God in de wereld gestuurd uit liefde voor de mensen, maar door de mensen verraden en vermoord.

Aan het einde van de parabel vraag Jezus aan zijn luisteraars wat die Heer zou moeten doen met die wijnbouwers.  Het antwoord lijkt logisch: De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.  

Dat is het belangrijkste en daarop worden ze geoordeeld: dat ze vruchten dragen.  Dat ze in de wijngaard werken en zorgen voor goede vruchten.  Dat is ook onze taak: werken in de wijngaard van de Heer, vriendschap verspreiden onder de mensen, het goede laten winnen op het kwade.  En dan zullen ook wij rijke vruchten voortbrengen.  Vruchten van vriendschap met wie eenzaam is, vruchten van hulp aan landen in oorlog, vruchten van gebed voor alle slachtoffers van geweld en oorlog.

En dan eindigt Jezus met een belangrijke zin: De steen die de bouwers afkeurden  is de hoeksteen geworden.  Ieder van ons is als zo’n steen die door de bouwers afgekeurd wordt.  Want wij hebben allemaal onze fouten en onze slechte kanten.  Maar als we ons bekeren, als we ons hart openen dan kunnen we als een hoeksteen worden waarop gebouwd kan worden. 
Zoals Petrus, die Jezus eerst verraden heeft en tot drie keer toe gezegd heeft dat hij Hem niet kende.  Petrus die het zwaard wou trekken om Jezus te verdedigen met geweld.  Die Petrus bekeert zich, wanneer Jezus zich naar hem omdraait en hij wordt de hoeksteen waarop de kerk gebouwd is. 

Bidden wij dan dat wij ons zouden bekeren.  Dat wij ons hart naar de Heer zouden richten en van zijn woorden zouden leren. 

Bidden wij dan voor al wie in nood is, voor wie op de vlucht leeft, voor wie eenzaam is.  Bidden wij voor het einde aan alle geweld en oorlog.  En laten wij op het gebed van iedereen antwoorden met: ‘Wij bidden u, verhoor ons Heer’.