Mt 16, 13-19
Beste
vrienden,
We vieren vandaag het feest van de apostelen
Petrus en Paulus. De traditie zegt dat
Petrus en Paulus de marteldood zijn gestorven op dezelfde dag, de 29ste
juni van het jaar 67 of 68. De ene werd
gekruisigd op een heuvel van wat nu het Vaticaan is, de andere werd onthoofd op
de Via Ostiense, een belangrijke weg in Rome.
Petrus
en Paulus worden ook wel de zuilen van de kerk genoemd, op hen is de kerk
gebouwd. Ze hebben het geloof en het
woord van God naar Rome gebracht en met hun eigen leven getuigd van de liefde
van God tot het uiterste. Ze zijn Jezus
allebei gevolgd in de marteldood.
Petrus
en Paulus spreken vandaag ook tot ons.
De evangelist Mattheus vertelt dat Jezus zijn twaalf leerlingen
bijeenriep en hen twee per twee uitzond.
Zo zijn ook Petrus en Paulus samen op weg gegaan om vanuit Palestina
helemaal naar Rome te gaan om het goede nieuws uit te dragen, te
verkondigen.
Petrus
en Paulus waren twee heel verschillende mannen.
Petrus was een eenvoudige visser van Galilea, hij was gewend aan hard
werk en leefde zijn leven van altijd.
Hij keek wel uit naar een ander leven en toen Jezus langskwam en hem
riep, aarzelde hij niet. Jezus vroeg hen
om hun netten achter te laten en vissers van mensen te worden en Petrus volgde
Hem. Jezus zal hem de naam Petrus geven en zeggen dat Hij op hem zijn kerk zal
bouwen. En Petrus zal eerst nog veel
fouten maken, hij zal moedig zeggen dat hij overal met Jezus zal meegaan, maar
hij zal hem nadien in de steek laten en zelfs tot 3x toe ontkennen dat hij Hem
kende. Petrus komt tot inkeer wanneer
hij na zijn verraad de blik van Jezus vindt en hij bekeert zich.
De ware
Petrus is diegene die zijn zwakte erkent en die nederig zegt: Jij bent de
Christus, de zoon van de levende God.
Van deze zwakte maakt de Heer de rots waarop zijn kerk gebouwd is.
En
dan vinden we Paulus, aan de zijde van degenen die Stefanus stenigden. Paulus, toen nog Saulus genaamd, keurde deze
moord goed en hield de mantel vast van degenen die de stenen gooiden. Paulus was heel ijverig om de christenen te
vervolgen. Maar toen hij op weg was naar
Damascus, heeft hij de Verrezen Jezus ontmoet.
Hij werd omstraalt door een fel licht waardoor hij van zijn paard viel. Jezus vraagt hem: Waarom vervolg je mij?
Deze
keer, zoals Petrus na zijn verraad, wordt het hart van Paulus geraakt. Hij weent niet maar zijn ogen blijven
gesloten en hij kan niets meer zien.
Degene
die gewend was om andere te leiden, moet nu bij de hand genomen worden en zich
laten leiden naar de stad. Het evangelie
dat hem door Annanias werd voorgelezen, opende zijn ogen en hij kon terug
zien. Paulus laat zich dopen en wordt
vanaf dan een leerling van Jezus. Hij
gaat zelfs tot de heidenen om hen de blijde boodschap van Jezus te
verkondigen.
Zo
twee verschillende mannen, zo twee verschillende geschiedenissen. En toch wil de kerk hen samen herdenken. Alsof ze wil duidelijk maken dat de weg van
de christenen verschillend kan zijn, maar dat het belangrijk is dat de
leerlingen van Jezus één zijn. De
eenheid onder de christenen.
Vandaag
komen Petrus en Paulus in ons midden en sporen ze ons aan om zoals Petrus op
een nederige en eenvoudige manier te geloven en tegelijkertijd zoals Paulus vol
enthousiasme te vertellen over Jezus aan iedereen, zeker ook aan wie hem nog niet
kent.
Bidden
wij dan voor de eenheid onder de christenen, bidden wij voor het einde van alle
geweld en oorlog.