Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 22 juni 2014

Deut 8, 2-3.14-16
Joh 6, 51-58

Beste vrienden,

Vandaag viert de kerk het feest van het lichaam en bloed van Jezus, het sacrament van de eucharistie.  Het was Jezus zelf die aan zijn leerlingen gevraagd heeft om samen te komen om brood en wijn te delen.  Telkens als jullie samenkomen om brood en wijn te delen, verkondigen jullie zijn dood totdat hij terugkomt, dat zei de apostel Paulus aan de Corinthiërs.  En dat herhalen wij ook elke week in de eucharistie: Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkomt, dat Gij verrezen zijt.

Dat zijn niet zomaar woordjes die we week na week herhalen zonder betekenis.  Al meer dan 2000 jaar wordt de eucharistie week na week gevierd.  Als een trouwe vriendschap van Jezus met zijn leerlingen. 

In dat brood en in die wijn ontmoeten wij Jezus.  Jezus, die mens geworden is, die zich heeft laten vernederen tot zijn dood aan het kruis, om ons een voorbeeld te geven tot het uiterste, om ons Zijn Verrijzenis te geven, Zijn overwinning op de dood, onze ergste vijand.

Het sacrament van brood en wijn is iets bijzonders in ons leven, misschien wel het meest bijzondere dat we elke week beleven.  We moeten het dan ook met eerbied behandelen.  Door deel te nemen aan de eucharistie, laten we Jezus toe in ons hart en in ons leven.  Het Woord van God, dat vlees en bloed wordt in de eucharistie, kneedt ons hart en verandert onze oude gewoontes van enkel aan ons zelf te denken en hard te zijn voor de anderen. 

De eucharistie doet ons opnieuw Pasen beleven.  En zoals de honderdman zeggen wij in de eucharistie: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden. 

Zo begrijpen we dat het leven niet begint en eindigt bij onszelf.  Dat het niet alleen om onszelf mag draaien.

Spreek slechts één woord.  Dat Woord, dat Woord van God, is ons voedsel.  Het doet ons leven.  Daarom is het belangrijk om naar het Woord van God te luisteren.  Daarom is het belangrijk om tot God te bidden.

Paus Franciscus was vorige week zondag op bezoek bij de gemeenschap van Sant Egidio in Rome.  Hij zei er dat het eerste werk van de gemeenschap het gebed is.  Het gebed, meer nog dan de dienst aan de armen, kan de wereld veranderen.  De trouw in het gebed, zoals het gebed voor de bisschoppen van Aleppo in Syrie die al meer dan een jaar ontvoerd zijn en waar elke gemeenschap van Sant Egidio waar ook ter wereld trouw elke avond voor bidt.  Het gebed voor de genezing van de zieken.  Het gebed voor de vrede.

De eerste lezing kwam uit het boek Deuteronomium.  Dit is het vijfde boek van het Oude Testament.  Het is een boek waarin de wet van Mozes beschreven staat.  Mozes had het volk van Israël bevrijdt uit de slavernij van de farao in Egypte.  Hij had hen door de woestijn geleid en naar het beloofde land gevoerd.  In de woestijn had het volk honger gekregen en de Heer had hen manna gegeven, voedsel uit de hemel. 

De Heer laat zijn volk niet in de steek.  Hij geeft hen voedsel van eeuwig leven.  Zoals ook Jezus aan de hongerige mensen te eten geeft met de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging.  Daar zegt hij zelfs aan zijn leerlingen: Geeft gij hen te eten.  Maar de leerlingen zijn bang en denken dat ze daar te klein en te onbelangrijk voor zijn. 

Door te eten van dit voedsel van Jezus, worden we nieuwe mensen.  Zullen we minder bange mensen zijn, meer in staat om groot te dromen en grote dingen te doen.  Het doet ons minder op onszelf vertrouwen en meer op God. 

Laat ons ons laten voeden door het lichaam en bloed van Jezus, zodat wij nieuwe mensen worden.  Meer in staat om te bidden, meer in staat om de armen graag te zien, minder vol van onszelf.