Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 16 februari 2014

Sir 15, 15-20
Mt 5, 17-37

Beste vrienden,

Het evangelie legt ons deze week de band uit die Jezus heeft met de wet.  In heel de tekst die we lazen, hoorden we opnieuw en opnieuw: Jullie hebben gehoord dat… en ik zeg jullie….’  En wat verder zegt Jezus: Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.

De schriftgeleerden en Farizeeën hebben namelijk altijd geprobeerd aan te tonen dat Jezus hun wet niet belangrijk vond, dat hij zichzelf boven de wetten van het Joodse volk zette.  En voor de Joden is die wet heel erg belangrijk.  In die wet staan 613 verplichtingen waaraan het Joodse volk zich moet houden.  Sommige verplichtingen zijn enkel voor mannen, andere enkel voor vrouwen, andere enkel voor priesters, nog andere enkel voor landbouwers.  Een heel deel van die wetten hadden te maken met de Joodse tempel die in Jeruzalem stond.  Die is lang geleden verwoest, dus die wetten tellen nu niet meer.  Vandaag zijn er nog ongeveer een 300tal wetten waar de joden ook vandaag nog naar leven.  En voor Jezus waren die wetten ook belangrijk. 

De vervulling van de wet, daarover gaat het eigenlijk.  En voor Jezus betekent deze vervulling ‘perfect worden zoals God de Vader perfect is’.  En dan zegt Jezus: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.

Dat betekent dus dat alleen volgens die wetten leven, zoals de schriftgeleerden en Farizeeën deden, niet voldoende is om het koninkrijk van de hemel binnen te gaan.  Jezus is vaak boos op de schriftgeleerden en Farizeeën omdat zij het leven van de mensen moeilijk maken met hun vele wetten.  In het evangelie volgens Lucas zegt Jezus tegen hen:  Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan.

Voor Jezus is het volgen van de wetten van het Joodse volk een manier om de belangrijkste wet na te leven: God graag zien en je naaste graag zien zoals je  jezelf graag ziet.  God graag zien.  God is liefde.  Hoe meer we de Heer graag zien met heel ons hart, hoe meer we ook onze naaste graag kunnen zien.  Want door plaats te maken in ons hart voor de Heer, blijft er minder plaats over voor onszelf.

Voor Jezus is de wet geen veroordeling tussen goeden en slechten.  Het is niet omdat je de wetten navolgt dat je een goed mens bent.  Daarom zegt Jezus ook: Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. En dat zingen we elke week als intredelied in de viering van Sant Egidio. 

Voor Jezus telt de vergeving en de barmhartigheid hoger dan de wetten.  Als de wet zegt dat je tot 7 keer toe iemand moet vergeven, maakt Jezus er tot 7 x 70 keer van.  Als de wet zegt oog om oog, zegt Jezus dat je je andere wang moet aanbieden als iemand je een klap geeft. 

Jezus is boos op de Farizeeërs omdat ze de wet gebruiken en interpreteren ten gunste van zichzelf. De wet van de liefde die onvoorwaardelijk geeft, wordt door hen ondermijnd.

'Oog om oog, tand om tand' is rechtvaardig. Maar als iemand je onrecht aandoet en je vergeeft het hem, is dat nog beter.  Dit is het nieuwe testament, dit is de boodschap die Jezus ons is komen brengen.  Je moet de wet niet blindelings volgen, je moet de wet niet gebruiken om tegen de ander te zijn.  De wet helpt je om de andere graag te zien en dat is het belangrijkste.  De grootste wet blijft de wet van de liefde, de liefde voor God en voor de naasten.

En heel het evangelie door legt Jezus ons uit wie die naaste is.  Wanneer de leerlingen het letterlijk vragen aan Jezus: Wie is dan mijn naaste?  Antwoord Jezus met de parabel van de Barmhartige Samaritaan.  De Samaritaan wordt de naaste van deze man die halfdood aan de kant van de weg lag.  Hij betoonde medelijden.  Onze naaste is iedereen die in nood is, die alleen is, die gepest of beledigd wordt, die pijn heeft omdat hij ziek is, die verdriet heeft omdat hij iemand verloren is, ieder die lijdt.

Jezus gelooft wat de mensen zeggen.  Daarom zegt hij dat we niet mogen zweren, niet bij de hemel en niet bij de aarde.  Hij zegt: Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad.
Laten wij dan leven volgens de wet die Jezus ons leert, de wet van de naastenliefde.  Laten wij leren om de andere liever te zien dan onszelf.  Laten wij bidden voor al wie in nood is, voor al wie lijdt in deze wereld.